Proefvaren (to test sail) conjugation

Dutch

Conjugation of proefvaren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vaar proef
I test sail
vaart proef
you test sail
vaart proef
he/she/it tests sail
varen proef
we test sail
varen proef
you all test sail
varen proef
they test sail
Present perfect tense
heb proefgevaren
I have tested sail
hebt proefgevaren
you have tested sail
heeft proefgevaren
he/she/it has tested sail
hebben proefgevaren
we have tested sail
hebben proefgevaren
you all have tested sail
hebben proefgevaren
they have tested sail
Past tense
vaarde proef
I tested sail
vaarde proef
you tested sail
vaarde proef
he/she/it tested sail
vaarden proef
we tested sail
vaarden proef
you all tested sail
vaarden proef
they tested sail
Future tense
zal proefvaren
I will test sail
zult proefvaren
you will test sail
zal proefvaren
he/she/it will test sail
zullen proefvaren
we will test sail
zullen proefvaren
you all will test sail
zullen proefvaren
they will test sail
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou proefvaren
I would test sail
zou proefvaren
you would test sail
zou proefvaren
he/she/it would test sail
zouden proefvaren
we would test sail
zouden proefvaren
you all would test sail
zouden proefvaren
they would test sail
Subjunctive mood
vare proef
I test sail
vare proef
you test sail
vare proef
he/she/it test sail
vare proef
we test sail
vare proef
you all test sail
vare proef
they test sail
Past perfect tense
had proefgevaren
I had tested sail
had proefgevaren
you had tested sail
had proefgevaren
he/she/it had tested sail
hadden proefgevaren
we had tested sail
hadden proefgevaren
you all had tested sail
hadden proefgevaren
they had tested sail
Future perf.
zal proefgevaren hebben
I will have tested sail
zal proefgevaren hebben
you will have tested sail
zal proefgevaren hebben
he/she/it will have tested sail
zullen proefgevaren hebben
we will have tested sail
zullen proefgevaren hebben
you all will have tested sail
zullen proefgevaren hebben
they will have tested sail
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou proefgevaren hebben
I would have tested sail
zou proefgevaren hebben
you would have tested sail
zou proefgevaren hebben
he/she/it would have tested sail
zouden proefgevaren hebben
we would have tested sail
zouden proefgevaren hebben
you all would have tested sail
zouden proefgevaren hebben
they would have tested sail
Present bijzin tense
proefvaar
I test sail
proefvaart
you test sail
proefvaart
he/she/it tests sail
proefvaren
we test sail
proefvaren
you all test sail
proefvaren
they test sail
Past bijzin tense
proefvaarde
I tested sail
proefvaarde
you tested sail
proefvaarde
he/she/it tested sail
proefvaarden
we tested sail
proefvaarden
you all tested sail
proefvaarden
they tested sail
Future bijzin tense
zal proefvaren
I will test sail
zult proefvaren
you will test sail
zal proefvaren
he/she/it will test sail
zullen proefvaren
we will test sail
zullen proefvaren
you all will test sail
zullen proefvaren
they will test sail
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou proefvaren
I would test sail
zou proefvaren
you would test sail
zou proefvaren
he/she/it would test sail
zouden proefvaren
we would test sail
zouden proefvaren
you all would test sail
zouden proefvaren
they would test sail
Subjunctive bijzin mood
proefvare
I test sail
proefvare
you test sail
proefvare
he/she/it test sail
proefvare
we test sail
proefvare
you all test sail
proefvare
they test sail
Du
Ihr
Imperative mood
vaar proef
test sail
vaart proef
test sail

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

pozen
do
predisponeren
predispose
predomineren
predominate
pressen
squeeze
presteren
press down
printen
print
proefdraaien
test run
proesten
sneeze
protsen
do
provianderen
victual

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'test sail':

None found.
Learning languages?