Premediteren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of premediteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
premediteer
I do
premediteert
you do
premediteert
he/she/it does
premediteren
we do
premediteren
you all do
premediteren
they do
Present perfect tense
heb gepremediteerd
I have done
hebt gepremediteerd
you have done
heeft gepremediteerd
he/she/it has done
hebben gepremediteerd
we have done
hebben gepremediteerd
you all have done
hebben gepremediteerd
they have done
Past tense
premediteerde
I did
premediteerde
you did
premediteerde
he/she/it did
premediteerden
we did
premediteerden
you all did
premediteerden
they did
Future tense
zal premediteren
I will do
zult premediteren
you will do
zal premediteren
he/she/it will do
zullen premediteren
we will do
zullen premediteren
you all will do
zullen premediteren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou premediteren
I would do
zou premediteren
you would do
zou premediteren
he/she/it would do
zouden premediteren
we would do
zouden premediteren
you all would do
zouden premediteren
they would do
Subjunctive mood
premeditere
I do
premeditere
you do
premeditere
he/she/it do
premeditere
we do
premeditere
you all do
premeditere
they do
Past perfect tense
had gepremediteerd
I had done
had gepremediteerd
you had done
had gepremediteerd
he/she/it had done
hadden gepremediteerd
we had done
hadden gepremediteerd
you all had done
hadden gepremediteerd
they had done
Future perf.
zal gepremediteerd hebben
I will have done
zal gepremediteerd hebben
you will have done
zal gepremediteerd hebben
he/she/it will have done
zullen gepremediteerd hebben
we will have done
zullen gepremediteerd hebben
you all will have done
zullen gepremediteerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepremediteerd hebben
I would have done
zou gepremediteerd hebben
you would have done
zou gepremediteerd hebben
he/she/it would have done
zouden gepremediteerd hebben
we would have done
zouden gepremediteerd hebben
you all would have done
zouden gepremediteerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
premediteer
do
premediteert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?