Preciseren (to specify) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of preciseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
preciseer
I specify
preciseert
you specify
preciseert
he/she/it specifies
preciseren
we specify
preciseren
you all specify
preciseren
they specify
Present perfect tense
heb gepreciseerd
I have specified
hebt gepreciseerd
you have specified
heeft gepreciseerd
he/she/it has specified
hebben gepreciseerd
we have specified
hebben gepreciseerd
you all have specified
hebben gepreciseerd
they have specified
Past tense
preciseerde
I specified
preciseerde
you specified
preciseerde
he/she/it specified
preciseerden
we specified
preciseerden
you all specified
preciseerden
they specified
Future tense
zal preciseren
I will specify
zult preciseren
you will specify
zal preciseren
he/she/it will specify
zullen preciseren
we will specify
zullen preciseren
you all will specify
zullen preciseren
they will specify
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou preciseren
I would specify
zou preciseren
you would specify
zou preciseren
he/she/it would specify
zouden preciseren
we would specify
zouden preciseren
you all would specify
zouden preciseren
they would specify
Subjunctive mood
precisere
I specify
precisere
you specify
precisere
he/she/it specify
precisere
we specify
precisere
you all specify
precisere
they specify
Past perfect tense
had gepreciseerd
I had specified
had gepreciseerd
you had specified
had gepreciseerd
he/she/it had specified
hadden gepreciseerd
we had specified
hadden gepreciseerd
you all had specified
hadden gepreciseerd
they had specified
Future perf.
zal gepreciseerd hebben
I will have specified
zal gepreciseerd hebben
you will have specified
zal gepreciseerd hebben
he/she/it will have specified
zullen gepreciseerd hebben
we will have specified
zullen gepreciseerd hebben
you all will have specified
zullen gepreciseerd hebben
they will have specified
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepreciseerd hebben
I would have specified
zou gepreciseerd hebben
you would have specified
zou gepreciseerd hebben
he/she/it would have specified
zouden gepreciseerd hebben
we would have specified
zouden gepreciseerd hebben
you all would have specified
zouden gepreciseerd hebben
they would have specified
Du
Ihr
Imperative mood
preciseer
specify
preciseert
specify

Examples of preciseren

Example in DutchTranslation in English
Wat betekent dat? - Nou, dat preciseert niet in zijn log, maar onderofficier Allen zit momenteel in de cel, na een woordenwisseling met een staff sergeant, dezelfde ochtend dat het lichaam gevonden werd.Well, he doesn't specify in his log but Petty Officer Allen is currently in the brig following an altercation with a Marine staff sergeant on the same morning that the body was found.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

plussen
do
poorsen
do
praktiseren
practice
praten
talk
precipiteren
do
predestineren
specify
prijken
pierce
prijsgeven
pierce
procrastineren
proc rastin honor
proesten
sneeze

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'specify':

None found.
Learning languages?