Precipiteren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of precipiteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
precipiteer
I do
precipiteert
you do
precipiteert
he/she/it does
precipiteren
we do
precipiteren
you all do
precipiteren
they do
Present perfect tense
heb geprecipiteerd
I have done
hebt geprecipiteerd
you have done
heeft geprecipiteerd
he/she/it has done
hebben geprecipiteerd
we have done
hebben geprecipiteerd
you all have done
hebben geprecipiteerd
they have done
Past tense
precipiteerde
I did
precipiteerde
you did
precipiteerde
he/she/it did
precipiteerden
we did
precipiteerden
you all did
precipiteerden
they did
Future tense
zal precipiteren
I will do
zult precipiteren
you will do
zal precipiteren
he/she/it will do
zullen precipiteren
we will do
zullen precipiteren
you all will do
zullen precipiteren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou precipiteren
I would do
zou precipiteren
you would do
zou precipiteren
he/she/it would do
zouden precipiteren
we would do
zouden precipiteren
you all would do
zouden precipiteren
they would do
Subjunctive mood
precipitere
I do
precipitere
you do
precipitere
he/she/it do
precipitere
we do
precipitere
you all do
precipitere
they do
Past perfect tense
had geprecipiteerd
I had done
had geprecipiteerd
you had done
had geprecipiteerd
he/she/it had done
hadden geprecipiteerd
we had done
hadden geprecipiteerd
you all had done
hadden geprecipiteerd
they had done
Future perf.
zal geprecipiteerd hebben
I will have done
zal geprecipiteerd hebben
you will have done
zal geprecipiteerd hebben
he/she/it will have done
zullen geprecipiteerd hebben
we will have done
zullen geprecipiteerd hebben
you all will have done
zullen geprecipiteerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geprecipiteerd hebben
I would have done
zou geprecipiteerd hebben
you would have done
zou geprecipiteerd hebben
he/she/it would have done
zouden geprecipiteerd hebben
we would have done
zouden geprecipiteerd hebben
you all would have done
zouden geprecipiteerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
precipiteer
do
precipiteert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

platleggen
shut down
plussen
do
pontificeren
do
populariseren
popularize
potten
pot
preadviseren
do
preciseren
specify
prefabriceren
prefabricate
prikkelen
abet
procederen
go to court

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?