Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Preadviseren (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
preadviseer
preadviseert
preadviseert
preadviseren
preadviseren
preadviseren
Present perfect tense
heb gepreadviseerd
hebt gepreadviseerd
heeft gepreadviseerd
hebben gepreadviseerd
hebben gepreadviseerd
hebben gepreadviseerd
Past tense
preadviseerde
preadviseerde
preadviseerde
preadviseerden
preadviseerden
preadviseerden
Future tense
zal preadviseren
zult preadviseren
zal preadviseren
zullen preadviseren
zullen preadviseren
zullen preadviseren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou preadviseren
zou preadviseren
zou preadviseren
zouden preadviseren
zouden preadviseren
zouden preadviseren
Subjunctive mood
preadvisere
preadvisere
preadvisere
preadvisere
preadvisere
preadvisere
Past perfect tense
had gepreadviseerd
had gepreadviseerd
had gepreadviseerd
hadden gepreadviseerd
hadden gepreadviseerd
hadden gepreadviseerd
Future perf.
zal gepreadviseerd hebben
zal gepreadviseerd hebben
zal gepreadviseerd hebben
zullen gepreadviseerd hebben
zullen gepreadviseerd hebben
zullen gepreadviseerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepreadviseerd hebben
zou gepreadviseerd hebben
zou gepreadviseerd hebben
zouden gepreadviseerd hebben
zouden gepreadviseerd hebben
zouden gepreadviseerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
preadviseer
preadviseert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.