Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Poëtiseren (to poeticize) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
poëtiseer
poëtiseert
poëtiseert
poëtiseren
poëtiseren
poëtiseren
Present perfect tense
heb gepoëtiseerd
hebt gepoëtiseerd
heeft gepoëtiseerd
hebben gepoëtiseerd
hebben gepoëtiseerd
hebben gepoëtiseerd
Past tense
poëtiseerde
poëtiseerde
poëtiseerde
poëtiseerden
poëtiseerden
poëtiseerden
Future tense
zal poëtiseren
zult poëtiseren
zal poëtiseren
zullen poëtiseren
zullen poëtiseren
zullen poëtiseren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou poëtiseren
zou poëtiseren
zou poëtiseren
zouden poëtiseren
zouden poëtiseren
zouden poëtiseren
Subjunctive mood
poëtisere
poëtisere
poëtisere
poëtisere
poëtisere
poëtisere
Past perfect tense
had gepoëtiseerd
had gepoëtiseerd
had gepoëtiseerd
hadden gepoëtiseerd
hadden gepoëtiseerd
hadden gepoëtiseerd
Future perf.
zal gepoëtiseerd hebben
zal gepoëtiseerd hebben
zal gepoëtiseerd hebben
zullen gepoëtiseerd hebben
zullen gepoëtiseerd hebben
zullen gepoëtiseerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepoëtiseerd hebben
zou gepoëtiseerd hebben
zou gepoëtiseerd hebben
zouden gepoëtiseerd hebben
zouden gepoëtiseerd hebben
zouden gepoëtiseerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
poëtiseer
poëtiseert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

peptiseren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

plaatsgrijpen
take place
platspuiten
flat spray
plezieren
do
poepen
powder
poeren
do
poetsen
clean
pogoën
do
polijsten
polish
poneren
posit
positioneren
position

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'poeticize':

None found.