Postvatten (to take root) conjugation

Dutch

Conjugation of postvatten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vat post
I take root
vat post
you take root
vat post
he/she/it takes root
vatten post
we take root
vatten post
you all take root
vatten post
they take root
Present perfect tense
heb postgevat
I have taken root
hebt postgevat
you have taken root
heeft postgevat
he/she/it has taken root
hebben postgevat
we have taken root
hebben postgevat
you all have taken root
hebben postgevat
they have taken root
Past tense
vatte post
I took root
vatte post
you took root
vatte post
he/she/it took root
vatten post
we took root
vatten post
you all took root
vatten post
they took root
Future tense
zal postvatten
I will take root
zult postvatten
you will take root
zal postvatten
he/she/it will take root
zullen postvatten
we will take root
zullen postvatten
you all will take root
zullen postvatten
they will take root
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou postvatten
I would take root
zou postvatten
you would take root
zou postvatten
he/she/it would take root
zouden postvatten
we would take root
zouden postvatten
you all would take root
zouden postvatten
they would take root
Subjunctive mood
vatte post
I take root
vatte post
you take root
vatte post
he/she/it take root
vatte post
we take root
vatte post
you all take root
vatte post
they take root
Past perfect tense
had postgevat
I had taken root
had postgevat
you had taken root
had postgevat
he/she/it had taken root
hadden postgevat
we had taken root
hadden postgevat
you all had taken root
hadden postgevat
they had taken root
Future perf.
zal postgevat hebben
I will have taken root
zal postgevat hebben
you will have taken root
zal postgevat hebben
he/she/it will have taken root
zullen postgevat hebben
we will have taken root
zullen postgevat hebben
you all will have taken root
zullen postgevat hebben
they will have taken root
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou postgevat hebben
I would have taken root
zou postgevat hebben
you would have taken root
zou postgevat hebben
he/she/it would have taken root
zouden postgevat hebben
we would have taken root
zouden postgevat hebben
you all would have taken root
zouden postgevat hebben
they would have taken root
Present bijzin tense
postvat
I take root
postvat
you take root
postvat
he/she/it takes root
postvatten
we take root
postvatten
you all take root
postvatten
they take root
Past bijzin tense
postvatte
I took root
postvatte
you took root
postvatte
he/she/it took root
postvatten
we took root
postvatten
you all took root
postvatten
they took root
Future bijzin tense
zal postvatten
I will take root
zult postvatten
you will take root
zal postvatten
he/she/it will take root
zullen postvatten
we will take root
zullen postvatten
you all will take root
zullen postvatten
they will take root
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou postvatten
I would take root
zou postvatten
you would take root
zou postvatten
he/she/it would take root
zouden postvatten
we would take root
zouden postvatten
you all would take root
zouden postvatten
they would take root
Subjunctive bijzin mood
postvatte
I take root
postvatte
you take root
postvatte
he/she/it take root
postvatte
we take root
postvatte
you all take root
postvatte
they take root
Du
Ihr
Imperative mood
vat post
take root
vat post
take root

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

paternosteren
do
plempen
lay out
poederen
powder
poeieren
powder
postuleren
picket
potelen
do
prakkiseren
do
prediceren
specify
pressen
squeeze
pretenderen
pretend

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'take root':

None found.
Learning languages?