Populariseren (to popularize) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of populariseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
populariseer
I popularize
populariseert
you popularize
populariseert
he/she/it popularizes
populariseren
we popularize
populariseren
you all popularize
populariseren
they popularize
Present perfect tense
heb gepopulariseerd
I have popularized
hebt gepopulariseerd
you have popularized
heeft gepopulariseerd
he/she/it has popularized
hebben gepopulariseerd
we have popularized
hebben gepopulariseerd
you all have popularized
hebben gepopulariseerd
they have popularized
Past tense
populariseerde
I popularized
populariseerde
you popularized
populariseerde
he/she/it popularized
populariseerden
we popularized
populariseerden
you all popularized
populariseerden
they popularized
Future tense
zal populariseren
I will popularize
zult populariseren
you will popularize
zal populariseren
he/she/it will popularize
zullen populariseren
we will popularize
zullen populariseren
you all will popularize
zullen populariseren
they will popularize
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou populariseren
I would popularize
zou populariseren
you would popularize
zou populariseren
he/she/it would popularize
zouden populariseren
we would popularize
zouden populariseren
you all would popularize
zouden populariseren
they would popularize
Subjunctive mood
popularisere
I popularize
popularisere
you popularize
popularisere
he/she/it popularize
popularisere
we popularize
popularisere
you all popularize
popularisere
they popularize
Past perfect tense
had gepopulariseerd
I had popularized
had gepopulariseerd
you had popularized
had gepopulariseerd
he/she/it had popularized
hadden gepopulariseerd
we had popularized
hadden gepopulariseerd
you all had popularized
hadden gepopulariseerd
they had popularized
Future perf.
zal gepopulariseerd hebben
I will have popularized
zal gepopulariseerd hebben
you will have popularized
zal gepopulariseerd hebben
he/she/it will have popularized
zullen gepopulariseerd hebben
we will have popularized
zullen gepopulariseerd hebben
you all will have popularized
zullen gepopulariseerd hebben
they will have popularized
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepopulariseerd hebben
I would have popularized
zou gepopulariseerd hebben
you would have popularized
zou gepopulariseerd hebben
he/she/it would have popularized
zouden gepopulariseerd hebben
we would have popularized
zouden gepopulariseerd hebben
you all would have popularized
zouden gepopulariseerd hebben
they would have popularized
Du
Ihr
Imperative mood
populariseer
popularize
populariseert
popularize

Examples of populariseren

Example in DutchTranslation in English
Wat intertekstuele verwijzingen weglaten... Het onderliggende ritme wat populariseren.Take out some of the more inter-textual references... and popularize the underlying strum and drum, sort of speak.
Verteller maar terwijl Verne populariseerde het idee dat uitgestorven levensvormen zou nog bestaan in de aarde, anderen voor ogen dat de aarde bevatte geavanceerde ondergrondse beschavingen .Narratorbutwhileverne popularized the idea that extinct life forms might still exist inside the earth, others envisioned that the earth contained advanced underground civilizations.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'popularize':

None found.
Learning languages?