Pointilleren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of pointilleren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
pointilleer
I do
pointilleert
you do
pointilleert
he/she/it does
pointilleren
we do
pointilleren
you all do
pointilleren
they do
Present perfect tense
heb gepointilleerd
I have done
hebt gepointilleerd
you have done
heeft gepointilleerd
he/she/it has done
hebben gepointilleerd
we have done
hebben gepointilleerd
you all have done
hebben gepointilleerd
they have done
Past tense
pointilleerde
I did
pointilleerde
you did
pointilleerde
he/she/it did
pointilleerden
we did
pointilleerden
you all did
pointilleerden
they did
Future tense
zal pointilleren
I will do
zult pointilleren
you will do
zal pointilleren
he/she/it will do
zullen pointilleren
we will do
zullen pointilleren
you all will do
zullen pointilleren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou pointilleren
I would do
zou pointilleren
you would do
zou pointilleren
he/she/it would do
zouden pointilleren
we would do
zouden pointilleren
you all would do
zouden pointilleren
they would do
Subjunctive mood
pointillere
I do
pointillere
you do
pointillere
he/she/it do
pointillere
we do
pointillere
you all do
pointillere
they do
Past perfect tense
had gepointilleerd
I had done
had gepointilleerd
you had done
had gepointilleerd
he/she/it had done
hadden gepointilleerd
we had done
hadden gepointilleerd
you all had done
hadden gepointilleerd
they had done
Future perf.
zal gepointilleerd hebben
I will have done
zal gepointilleerd hebben
you will have done
zal gepointilleerd hebben
he/she/it will have done
zullen gepointilleerd hebben
we will have done
zullen gepointilleerd hebben
you all will have done
zullen gepointilleerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepointilleerd hebben
I would have done
zou gepointilleerd hebben
you would have done
zou gepointilleerd hebben
he/she/it would have done
zouden gepointilleerd hebben
we would have done
zouden gepointilleerd hebben
you all would have done
zouden gepointilleerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
pointilleer
do
pointilleert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

planjeren
do
plasregenen
heavy rain
platscheren
flat shave
plenzen
do
plomberen
plumb
poepen
powder
pointeren
do
poken
poke the fire
polariseren
polarize
pousseren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?