Plastificeren conjugation

Dutch

1 examples

Display translations

Ik

Jij/Je/U

Hij/Zij/Het

Wij/We

Jullie

Zij

Present tense

plastificeer

plastificeert

plastificeren

Present perfect tense

heb geplastificeerd

hebt geplastificeerd

heeft geplastificeerd

hebben geplastificeerd

Past tense

plastificeerde

plastificeerden

Future tense

zal plastificeren

zult plastificeren

zal plastificeren

zullen plastificeren

Ik

Jij/Je/U

Hij/Zij/Het

Wij/We

Jullie

Zij

Conditional mood

zou plastificeren

zouden plastificeren

Subjunctive mood

plastificere

Past perfect tense

had geplastificeerd

hadden geplastificeerd

Future perf.

zal geplastificeerd hebben

zullen geplastificeerd hebben

Ik

Jij/Je/U

Hij/Zij/Het

Wij/We

Jullie

Zij

Conditional perfect tense

zou geplastificeerd hebben

zouden geplastificeerd hebben

Du

Ihr

Imperative mood

plastificeer

plastificeert

Example in Dutch	Translation in English
plastificeren Op 'n moleculair niveau. Ze kunnen het plastificeren, polymiseren, wat dan ook.	They can plasticise it, pulverise it, do whatever they wanna do with it.

Similar

Not found: We have none.

Similar but longer

Not found: We have none.

Random

paneren: bread
pasporteren: do
persifleren: do
pivoteren: pivot
planjenen: do
plasticeren: plasticize
plastiseren: do
platgooien: tear
platten: do
ploten: shear

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Plastificeren (to do) conjugation

Examples of plastificeren

More Dutch verbs

Related

Similar

Similar but longer

Random

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

Conjugation TOP10

Etymology TOP10

Posts TOP10