Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Piercen (to pierce) conjugation

Dutch
19 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
pierce
piercet
piercet
piercen
piercen
piercen
Present perfect tense
heb gepiercet
hebt gepiercet
heeft gepiercet
hebben gepiercet
hebben gepiercet
hebben gepiercet
Past tense
piercete
piercete
piercete
pierceten
pierceten
pierceten
Future tense
zal piercen
zult piercen
zal piercen
zullen piercen
zullen piercen
zullen piercen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou piercen
zou piercen
zou piercen
zouden piercen
zouden piercen
zouden piercen
Subjunctive mood
pierce
pierce
pierce
pierce
pierce
pierce
Past perfect tense
had gepiercet
had gepiercet
had gepiercet
hadden gepiercet
hadden gepiercet
hadden gepiercet
Future perf.
zal gepiercet hebben
zal gepiercet hebben
zal gepiercet hebben
zullen gepiercet hebben
zullen gepiercet hebben
zullen gepiercet hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepiercet hebben
zou gepiercet hebben
zou gepiercet hebben
zouden gepiercet hebben
zouden gepiercet hebben
zouden gepiercet hebben
Du
Ihr
Imperative mood
pierc
piercet

Examples of piercen

Example in DutchTranslation in English
- Ik denk dat je je "na-na" moet piercen.Whitney, I think you should get your na-na pierced.
- Ja, als ik mijn neus laat piercen.Yeah, right after I get my nose pierced.
- Nu ga de melk halen of ik doe je persoonlijk de navel piercen.- Now go get the milk or I personally will pierce your navel. (Gabrielle laughing)
- Ze heeft haar navel laten piercen.- She got her belly button pierced.
Achteraf, denk ik niet dat ik het zelf had moeten piercen.In retrospect, I don't think that I should have pierced it myself.
- jeff, het is een genoegen. Mijn naam is pierce hawthorne en, ja,My name is pierce hawthorne and, yes,
- pierce en troy konden het eerst niet met elkaar vinden, maar nu zijn ze aan het binden door gemeenschappelijke adolescentie.- pierce and troy didn't get along at first, but now they're bonding through mutual adolescence.
- um, pierce, dat is de decaan.- um, pierce, that's the dean.
Je wil geen overeenkomstige tatoeages en je staat haar niet toe een pierce te nemen in geen enkel deel op haar lichaam. dat niet gezien kan worden in beleefde kringen.You will not get matching tattoos, and you will not allow her to pierce any part of her body that cannot be shown in polite company.
♪ To pierce the dark ♪♪ To pierce the dark ♪
Elke centimeter van de man is gepiercet.Every square inch of the man is pierced.
Ik heb het voor hem gepiercet.I pierced it for him.
Ik heb vroeger ook weleens iets gepiercet.You know, I pierced a few things when I was younger, too.
Lang haar, overal getatoeëerd en gepiercet en had ik al gezegd dat hij in 't penthouse woont?He has tattoos all over, his body is pierced, and l don't know if l mentioned this but he's in the penthouse!
ls jouw neus gepiercet?Is your nose pierced?
Hij piercete zichzelf, het infecteerde.He pierced himself -- got infected right before prom.
Ik piercete mijn gloknik.I once pierced my gloknik.
De Truitts pierceten hun navels met vishaken.The Truitts pierced their belly button with fishing hooks.
Zo'n sexy stagiaire leunt over mijn bureau en ik kan zien dat ze een pierc...So then, hot intern leans over my desk, I can totally see she has a pierced...

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

pacificeren
pacify
palissaderen
palisade
percuteren
perceive
pieken
do
piekeren
mull
piepen
creak
pieren
do
pingelen
haggle
plakken
paste
planeren
plane

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'pierce':

None found.