Percipiëren (to perceive) conjugation

Dutch

Conjugation of eiti

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
percipieer
I perceive
percipieert
you perceive
percipieert
he/she/it perceives
percipiëren
we perceive
percipiëren
you all perceive
percipiëren
they perceive
Present perfect tense
heb gepercipieerd
I have perceived
hebt gepercipieerd
you have perceived
heeft gepercipieerd
he/she/it has perceived
hebben gepercipieerd
we have perceived
hebben gepercipieerd
you all have perceived
hebben gepercipieerd
they have perceived
Past tense
percipieerde
I perceived
percipieerde
you perceived
percipieerde
he/she/it perceived
percipieerden
we perceived
percipieerden
you all perceived
percipieerden
they perceived
Future tense
zal percipiëren
I will perceive
zult percipiëren
you will perceive
zal percipiëren
he/she/it will perceive
zullen percipiëren
we will perceive
zullen percipiëren
you all will perceive
zullen percipiëren
they will perceive
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou percipiëren
I would perceive
zou percipiëren
you would perceive
zou percipiëren
he/she/it would perceive
zouden percipiëren
we would perceive
zouden percipiëren
you all would perceive
zouden percipiëren
they would perceive
Subjunctive mood
percipiëre
I perceive
percipiëre
you perceive
percipiëre
he/she/it perceive
percipiëre
we perceive
percipiëre
you all perceive
percipiëre
they perceive
Past perfect tense
had gepercipieerd
I had perceived
had gepercipieerd
you had perceived
had gepercipieerd
he/she/it had perceived
hadden gepercipieerd
we had perceived
hadden gepercipieerd
you all had perceived
hadden gepercipieerd
they had perceived
Future perf.
zal gepercipieerd hebben
I will have perceived
zal gepercipieerd hebben
you will have perceived
zal gepercipieerd hebben
he/she/it will have perceived
zullen gepercipieerd hebben
we will have perceived
zullen gepercipieerd hebben
you all will have perceived
zullen gepercipieerd hebben
they will have perceived
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepercipieerd hebben
I would have perceived
zou gepercipieerd hebben
you would have perceived
zou gepercipieerd hebben
he/she/it would have perceived
zouden gepercipieerd hebben
we would have perceived
zouden gepercipieerd hebben
you all would have perceived
zouden gepercipieerd hebben
they would have perceived
Du
Ihr
Imperative mood
percipieer
perceive
percipieert
perceive

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

overrijden
run over
ozoniseren
oxidize
pardonneren
pardon them
parlementen
do
peptiseren
do
percoleren
perceive
persisteren
do
piemelen
do
piepelen
do
piercen
pierce

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'perceive':

None found.
Learning languages?