Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Pensioneren (to paint) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
pensioneer
pensioneert
pensioneert
pensioneren
pensioneren
pensioneren
Present perfect tense
heb gepensioneerd
hebt gepensioneerd
heeft gepensioneerd
hebben gepensioneerd
hebben gepensioneerd
hebben gepensioneerd
Past tense
pensioneerde
pensioneerde
pensioneerde
pensioneerden
pensioneerden
pensioneerden
Future tense
zal pensioneren
zult pensioneren
zal pensioneren
zullen pensioneren
zullen pensioneren
zullen pensioneren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou pensioneren
zou pensioneren
zou pensioneren
zouden pensioneren
zouden pensioneren
zouden pensioneren
Subjunctive mood
pensionere
pensionere
pensionere
pensionere
pensionere
pensionere
Past perfect tense
had gepensioneerd
had gepensioneerd
had gepensioneerd
hadden gepensioneerd
hadden gepensioneerd
hadden gepensioneerd
Future perf.
zal gepensioneerd hebben
zal gepensioneerd hebben
zal gepensioneerd hebben
zullen gepensioneerd hebben
zullen gepensioneerd hebben
zullen gepensioneerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepensioneerd hebben
zou gepensioneerd hebben
zou gepensioneerd hebben
zouden gepensioneerd hebben
zouden gepensioneerd hebben
zouden gepensioneerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
pensioneer
pensioneert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'paint':

None found.