Patroniseren (to pattern) conjugation

Dutch

Conjugation of patroniseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
patroniseer
I pattern
patroniseert
you pattern
patroniseert
he/she/it patterns
patroniseren
we pattern
patroniseren
you all pattern
patroniseren
they pattern
Present perfect tense
heb gepatroniseerd
I have patterned
hebt gepatroniseerd
you have patterned
heeft gepatroniseerd
he/she/it has patterned
hebben gepatroniseerd
we have patterned
hebben gepatroniseerd
you all have patterned
hebben gepatroniseerd
they have patterned
Past tense
patroniseerde
I patterned
patroniseerde
you patterned
patroniseerde
he/she/it patterned
patroniseerden
we patterned
patroniseerden
you all patterned
patroniseerden
they patterned
Future tense
zal patroniseren
I will pattern
zult patroniseren
you will pattern
zal patroniseren
he/she/it will pattern
zullen patroniseren
we will pattern
zullen patroniseren
you all will pattern
zullen patroniseren
they will pattern
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou patroniseren
I would pattern
zou patroniseren
you would pattern
zou patroniseren
he/she/it would pattern
zouden patroniseren
we would pattern
zouden patroniseren
you all would pattern
zouden patroniseren
they would pattern
Subjunctive mood
patronisere
I pattern
patronisere
you pattern
patronisere
he/she/it pattern
patronisere
we pattern
patronisere
you all pattern
patronisere
they pattern
Past perfect tense
had gepatroniseerd
I had patterned
had gepatroniseerd
you had patterned
had gepatroniseerd
he/she/it had patterned
hadden gepatroniseerd
we had patterned
hadden gepatroniseerd
you all had patterned
hadden gepatroniseerd
they had patterned
Future perf.
zal gepatroniseerd hebben
I will have patterned
zal gepatroniseerd hebben
you will have patterned
zal gepatroniseerd hebben
he/she/it will have patterned
zullen gepatroniseerd hebben
we will have patterned
zullen gepatroniseerd hebben
you all will have patterned
zullen gepatroniseerd hebben
they will have patterned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepatroniseerd hebben
I would have patterned
zou gepatroniseerd hebben
you would have patterned
zou gepatroniseerd hebben
he/she/it would have patterned
zouden gepatroniseerd hebben
we would have patterned
zouden gepatroniseerd hebben
you all would have patterned
zouden gepatroniseerd hebben
they would have patterned
Du
Ihr
Imperative mood
patroniseer
pattern
patroniseert
pattern

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

overgieten
pour
overhandigen
hand over
pantseren
armour
paragraferen
do
parten
do
patroneren
pattern
patrouilleren
patrol
penetreren
commute
persen
oppress
perverteren
pervert

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'pattern':

None found.
Learning languages?