Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Paardjerijden (to horse riding) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
rij paardje
rijdt paardje
rijdt paardje
rijden paardje
rijden paardje
rijden paardje
Present perfect tense
heb paardjegereden
hebt paardjegereden
heeft paardjegereden
hebben paardjegereden
hebben paardjegereden
hebben paardjegereden
Past tense
reed paardje
reed paardje
reed paardje
reden paardje
reden paardje
reden paardje
Future tense
zal paardjerijden
zult paardjerijden
zal paardjerijden
zullen paardjerijden
zullen paardjerijden
zullen paardjerijden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou paardjerijden
zou paardjerijden
zou paardjerijden
zouden paardjerijden
zouden paardjerijden
zouden paardjerijden
Subjunctive mood
rijde paardje
rijde paardje
rijde paardje
rijde paardje
rijde paardje
rijde paardje
Past perfect tense
had paardjegereden
had paardjegereden
had paardjegereden
hadden paardjegereden
hadden paardjegereden
hadden paardjegereden
Future perf.
zal paardjegereden hebben
zal paardjegereden hebben
zal paardjegereden hebben
zullen paardjegereden hebben
zullen paardjegereden hebben
zullen paardjegereden hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou paardjegereden hebben
zou paardjegereden hebben
zou paardjegereden hebben
zouden paardjegereden hebben
zouden paardjegereden hebben
zouden paardjegereden hebben
Present bijzin tense
paardjerij
paardjerijdt
paardjerijdt
paardjerijden
paardjerijden
paardjerijden
Past bijzin tense
paardjereed
paardjereed
paardjereed
paardjereden
paardjereden
paardjereden
Future bijzin tense
zal paardjerijden
zult paardjerijden
zal paardjerijden
zullen paardjerijden
zullen paardjerijden
zullen paardjerijden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou paardjerijden
zou paardjerijden
zou paardjerijden
zouden paardjerijden
zouden paardjerijden
zouden paardjerijden
Subjunctive bijzin mood
paardjerijde
paardjerijde
paardjerijde
paardjerijde
paardjerijde
paardjerijde
Du
Ihr
Imperative mood
rij paardj
rijdt paardj

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

overstelpen
overwhelm
oververtellen
tell about
overvloeien
overflow
overzitten
do
paaldansen
pole dancing
paardrijden
ride on horseback
palperen
palpate
parlementeren
do
parodiëren
parle finches
partijtrekken
party draw

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'horse riding':

None found.