Paaldansen (to pole dancing) conjugation

Dutch
8 examples

Conjugation of paaldansen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
paaldans
I pole dancing
paaldanst
you pole dancing
paaldanst
he/she/it poles dancing
paaldansen
we pole dancing
paaldansen
you all pole dancing
paaldansen
they pole dancing
Present perfect tense
heb gepaaldanst
I have poled dancing
hebt gepaaldanst
you have poled dancing
heeft gepaaldanst
he/she/it has poled dancing
hebben gepaaldanst
we have poled dancing
hebben gepaaldanst
you all have poled dancing
hebben gepaaldanst
they have poled dancing
Past tense
paaldanste
I poled dancing
paaldanste
you poled dancing
paaldanste
he/she/it poled dancing
paaldansten
we poled dancing
paaldansten
you all poled dancing
paaldansten
they poled dancing
Future tense
zal paaldansen
I will pole dancing
zult paaldansen
you will pole dancing
zal paaldansen
he/she/it will pole dancing
zullen paaldansen
we will pole dancing
zullen paaldansen
you all will pole dancing
zullen paaldansen
they will pole dancing
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou paaldansen
I would pole dancing
zou paaldansen
you would pole dancing
zou paaldansen
he/she/it would pole dancing
zouden paaldansen
we would pole dancing
zouden paaldansen
you all would pole dancing
zouden paaldansen
they would pole dancing
Subjunctive mood
paaldanse
I pole dancing
paaldanse
you pole dancing
paaldanse
he/she/it pole dancing
paaldanse
we pole dancing
paaldanse
you all pole dancing
paaldanse
they pole dancing
Past perfect tense
had gepaaldanst
I had poled dancing
had gepaaldanst
you had poled dancing
had gepaaldanst
he/she/it had poled dancing
hadden gepaaldanst
we had poled dancing
hadden gepaaldanst
you all had poled dancing
hadden gepaaldanst
they had poled dancing
Future perf.
zal gepaaldanst hebben
I will have poled dancing
zal gepaaldanst hebben
you will have poled dancing
zal gepaaldanst hebben
he/she/it will have poled dancing
zullen gepaaldanst hebben
we will have poled dancing
zullen gepaaldanst hebben
you all will have poled dancing
zullen gepaaldanst hebben
they will have poled dancing
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepaaldanst hebben
I would have poled dancing
zou gepaaldanst hebben
you would have poled dancing
zou gepaaldanst hebben
he/she/it would have poled dancing
zouden gepaaldanst hebben
we would have poled dancing
zouden gepaaldanst hebben
you all would have poled dancing
zouden gepaaldanst hebben
they would have poled dancing
Du
Ihr
Imperative mood
paaldans
pole dancing
paaldanst
pole dancing

Examples of paaldansen

Example in DutchTranslation in English
- Hebben ze cursussen in paaldansen?- That's it. - They have seminars in pole dancing?
-Ze oefent paaldansen.- She's practicing her pole dancing.
Het combineert de bewegingen van paaldansen met de techniek van ballet.It combines the moves of pole dancing with the technique of ballet.
Het is die zeer dichte spiermassa van paaldansen.It's all that very dense muscle mass from pole dancing.
Het is een nieuwe training die paaldansen combineert met ballet.It's a new workout that combines pole dancing and ballet.
Ik heb een paaldans instructeur die helpt jouw in vorm te komen.Yeah. I have a pole dancing instructor coming to whip you into shape.
Waarom ga je paaldans les nemen?Why are you taking a pole dancing class?
Ze doceert aan een paaldans-studio, East Village.She teaches at a pole dancing studio, East Village.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

overmannen
overpower
oversmokkelen
do
overspelen
replay
oververtellen
tell about
ovuleren
ovulate
paaien
spawn
paardjerijden
horse riding
pamperen
pamper
panacheren
do
parfumeren
perfume

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'pole dancing':

None found.
Learning languages?