Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Ozoniseren (to oxidize) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ozoniseer
ozoniseert
ozoniseert
ozoniseren
ozoniseren
ozoniseren
Present perfect tense
heb geozoniseerd
hebt geozoniseerd
heeft geozoniseerd
hebben geozoniseerd
hebben geozoniseerd
hebben geozoniseerd
Past tense
ozoniseerde
ozoniseerde
ozoniseerde
ozoniseerden
ozoniseerden
ozoniseerden
Future tense
zal ozoniseren
zult ozoniseren
zal ozoniseren
zullen ozoniseren
zullen ozoniseren
zullen ozoniseren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ozoniseren
zou ozoniseren
zou ozoniseren
zouden ozoniseren
zouden ozoniseren
zouden ozoniseren
Subjunctive mood
ozonisere
ozonisere
ozonisere
ozonisere
ozonisere
ozonisere
Past perfect tense
had geozoniseerd
had geozoniseerd
had geozoniseerd
hadden geozoniseerd
hadden geozoniseerd
hadden geozoniseerd
Future perf.
zal geozoniseerd hebben
zal geozoniseerd hebben
zal geozoniseerd hebben
zullen geozoniseerd hebben
zullen geozoniseerd hebben
zullen geozoniseerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geozoniseerd hebben
zou geozoniseerd hebben
zou geozoniseerd hebben
zouden geozoniseerd hebben
zouden geozoniseerd hebben
zouden geozoniseerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
ozoniseer
ozoniseert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

adoniseren
do
ironiseren
mock

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

overleven
survive
oversparen
on savings
overtypen
do
overvaren
do
overwaaien
blow over
oxideren
oxidize
paaien
spawn
pamperen
pamper
pandoeren
do
panikeren
panic

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'oxidize':

None found.