Overwaarderen (to overestimate) conjugation

Dutch

Conjugation of overwaarderen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
waardeer over
I overestimate
waardeert over
you overestimate
waardeert over
he/she/it overestimates
waarderen over
we overestimate
waarderen over
you all overestimate
waarderen over
they overestimate
Present perfect tense
heb overgewaardeerd
I have overestimated
hebt overgewaardeerd
you have overestimated
heeft overgewaardeerd
he/she/it has overestimated
hebben overgewaardeerd
we have overestimated
hebben overgewaardeerd
you all have overestimated
hebben overgewaardeerd
they have overestimated
Past tense
waardeerde over
I overestimated
waardeerde over
you overestimated
waardeerde over
he/she/it overestimated
waardeerden over
we overestimated
waardeerden over
you all overestimated
waardeerden over
they overestimated
Future tense
zal overwaarderen
I will overestimate
zult overwaarderen
you will overestimate
zal overwaarderen
he/she/it will overestimate
zullen overwaarderen
we will overestimate
zullen overwaarderen
you all will overestimate
zullen overwaarderen
they will overestimate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overwaarderen
I would overestimate
zou overwaarderen
you would overestimate
zou overwaarderen
he/she/it would overestimate
zouden overwaarderen
we would overestimate
zouden overwaarderen
you all would overestimate
zouden overwaarderen
they would overestimate
Subjunctive mood
waardere over
I overestimate
waardere over
you overestimate
waardere over
he/she/it overestimate
waardere over
we overestimate
waardere over
you all overestimate
waardere over
they overestimate
Past perfect tense
had overgewaardeerd
I had overestimated
had overgewaardeerd
you had overestimated
had overgewaardeerd
he/she/it had overestimated
hadden overgewaardeerd
we had overestimated
hadden overgewaardeerd
you all had overestimated
hadden overgewaardeerd
they had overestimated
Future perf.
zal overgewaardeerd hebben
I will have overestimated
zal overgewaardeerd hebben
you will have overestimated
zal overgewaardeerd hebben
he/she/it will have overestimated
zullen overgewaardeerd hebben
we will have overestimated
zullen overgewaardeerd hebben
you all will have overestimated
zullen overgewaardeerd hebben
they will have overestimated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overgewaardeerd hebben
I would have overestimated
zou overgewaardeerd hebben
you would have overestimated
zou overgewaardeerd hebben
he/she/it would have overestimated
zouden overgewaardeerd hebben
we would have overestimated
zouden overgewaardeerd hebben
you all would have overestimated
zouden overgewaardeerd hebben
they would have overestimated
Present bijzin tense
overwaardeer
I overestimate
overwaardeert
you overestimate
overwaardeert
he/she/it overestimates
overwaarderen
we overestimate
overwaarderen
you all overestimate
overwaarderen
they overestimate
Past bijzin tense
overwaardeerde
I overestimated
overwaardeerde
you overestimated
overwaardeerde
he/she/it overestimated
overwaardeerden
we overestimated
overwaardeerden
you all overestimated
overwaardeerden
they overestimated
Future bijzin tense
zal overwaarderen
I will overestimate
zult overwaarderen
you will overestimate
zal overwaarderen
he/she/it will overestimate
zullen overwaarderen
we will overestimate
zullen overwaarderen
you all will overestimate
zullen overwaarderen
they will overestimate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou overwaarderen
I would overestimate
zou overwaarderen
you would overestimate
zou overwaarderen
he/she/it would overestimate
zouden overwaarderen
we would overestimate
zouden overwaarderen
you all would overestimate
zouden overwaarderen
they would overestimate
Subjunctive bijzin mood
overwaardere
I overestimate
overwaardere
you overestimate
overwaardere
he/she/it overestimate
overwaardere
we overestimate
overwaardere
you all overestimate
overwaardere
they overestimate
Du
Ihr
Imperative mood
waardeer over
overestimate
waardeert
overestimate

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

overkoepelen
umbrella for
overscheppen
do
oversparen
on savings
oversturen
oversteer
overtreffen
exceed
overtrouwen
do
oververven
overdye
overwaaien
blow over
overwegen
consider
paneren
bread

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'overestimate':

None found.
Learning languages?