Oververven (to overdye) conjugation

Dutch

Conjugation of oververven

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verf over
I overdye
verft over
you overdye
verft over
he/she/it overdyes
verven over
we overdye
verven over
you all overdye
verven over
they overdye
Present perfect tense
heb overgeverfd
I have overdyed
hebt overgeverfd
you have overdyed
heeft overgeverfd
he/she/it has overdyed
hebben overgeverfd
we have overdyed
hebben overgeverfd
you all have overdyed
hebben overgeverfd
they have overdyed
Past tense
verfde over
I overdyed
verfde over
you overdyed
verfde over
he/she/it overdyed
verfden over
we overdyed
verfden over
you all overdyed
verfden over
they overdyed
Future tense
zal oververven
I will overdye
zult oververven
you will overdye
zal oververven
he/she/it will overdye
zullen oververven
we will overdye
zullen oververven
you all will overdye
zullen oververven
they will overdye
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou oververven
I would overdye
zou oververven
you would overdye
zou oververven
he/she/it would overdye
zouden oververven
we would overdye
zouden oververven
you all would overdye
zouden oververven
they would overdye
Subjunctive mood
verve over
I overdye
verve over
you overdye
verve over
he/she/it overdye
verve over
we overdye
verve over
you all overdye
verve over
they overdye
Past perfect tense
had overgeverfd
I had overdyed
had overgeverfd
you had overdyed
had overgeverfd
he/she/it had overdyed
hadden overgeverfd
we had overdyed
hadden overgeverfd
you all had overdyed
hadden overgeverfd
they had overdyed
Future perf.
zal overgeverfd hebben
I will have overdyed
zal overgeverfd hebben
you will have overdyed
zal overgeverfd hebben
he/she/it will have overdyed
zullen overgeverfd hebben
we will have overdyed
zullen overgeverfd hebben
you all will have overdyed
zullen overgeverfd hebben
they will have overdyed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overgeverfd hebben
I would have overdyed
zou overgeverfd hebben
you would have overdyed
zou overgeverfd hebben
he/she/it would have overdyed
zouden overgeverfd hebben
we would have overdyed
zouden overgeverfd hebben
you all would have overdyed
zouden overgeverfd hebben
they would have overdyed
Present bijzin tense
oververf
I overdye
oververft
you overdye
oververft
he/she/it overdyes
oververven
we overdye
oververven
you all overdye
oververven
they overdye
Past bijzin tense
oververfde
I overdyed
oververfde
you overdyed
oververfde
he/she/it overdyed
oververfden
we overdyed
oververfden
you all overdyed
oververfden
they overdyed
Future bijzin tense
zal oververven
I will overdye
zult oververven
you will overdye
zal oververven
he/she/it will overdye
zullen oververven
we will overdye
zullen oververven
you all will overdye
zullen oververven
they will overdye
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou oververven
I would overdye
zou oververven
you would overdye
zou oververven
he/she/it would overdye
zouden oververven
we would overdye
zouden oververven
you all would overdye
zouden oververven
they would overdye
Subjunctive bijzin mood
oververve
I overdye
oververve
you overdye
oververve
he/she/it overdye
oververve
we overdye
oververve
you all overdye
oververve
they overdye
Du
Ihr
Imperative mood
verf over
overdye
verft
overdye

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

opwekken
stimulate
overlommeren
do
overnaaien
do
overschouwen
on watch
overtellen
recount
oververtellen
tell about
overvleugelen
outflank
pachten
lease
pacificeren
pacify
palpiteren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'overdye':

None found.
Learning languages?