Overspuiten (to refinish) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of overspuiten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
spuit over
I refinish
spuit over
you refinish
spuit over
he/she/it refinishes
spuiten over
we refinish
spuiten over
you all refinish
spuiten over
they refinish
Present perfect tense
heb overgespoten
I have refinished
hebt overgespoten
you have refinished
heeft overgespoten
he/she/it has refinished
hebben overgespoten
we have refinished
hebben overgespoten
you all have refinished
hebben overgespoten
they have refinished
Past tense
spoot over
I refinished
spoot over
you refinished
spoot over
he/she/it refinished
spoten over
we refinished
spoten over
you all refinished
spoten over
they refinished
Future tense
zal overspuiten
I will refinish
zult overspuiten
you will refinish
zal overspuiten
he/she/it will refinish
zullen overspuiten
we will refinish
zullen overspuiten
you all will refinish
zullen overspuiten
they will refinish
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overspuiten
I would refinish
zou overspuiten
you would refinish
zou overspuiten
he/she/it would refinish
zouden overspuiten
we would refinish
zouden overspuiten
you all would refinish
zouden overspuiten
they would refinish
Subjunctive mood
spuite over
I refinish
spuite over
you refinish
spuite over
he/she/it refinish
spuite over
we refinish
spuite over
you all refinish
spuite over
they refinish
Past perfect tense
had overgespoten
I had refinished
had overgespoten
you had refinished
had overgespoten
he/she/it had refinished
hadden overgespoten
we had refinished
hadden overgespoten
you all had refinished
hadden overgespoten
they had refinished
Future perf.
zal overgespoten hebben
I will have refinished
zal overgespoten hebben
you will have refinished
zal overgespoten hebben
he/she/it will have refinished
zullen overgespoten hebben
we will have refinished
zullen overgespoten hebben
you all will have refinished
zullen overgespoten hebben
they will have refinished
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overgespoten hebben
I would have refinished
zou overgespoten hebben
you would have refinished
zou overgespoten hebben
he/she/it would have refinished
zouden overgespoten hebben
we would have refinished
zouden overgespoten hebben
you all would have refinished
zouden overgespoten hebben
they would have refinished
Present bijzin tense
overspuit
I refinish
overspuit
you refinish
overspuit
he/she/it refinishes
overspuiten
we refinish
overspuiten
you all refinish
overspuiten
they refinish
Past bijzin tense
overspoot
I refinished
overspoot
you refinished
overspoot
he/she/it refinished
overspoten
we refinished
overspoten
you all refinished
overspoten
they refinished
Future bijzin tense
zal overspuiten
I will refinish
zult overspuiten
you will refinish
zal overspuiten
he/she/it will refinish
zullen overspuiten
we will refinish
zullen overspuiten
you all will refinish
zullen overspuiten
they will refinish
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou overspuiten
I would refinish
zou overspuiten
you would refinish
zou overspuiten
he/she/it would refinish
zouden overspuiten
we would refinish
zouden overspuiten
you all would refinish
zouden overspuiten
they would refinish
Subjunctive bijzin mood
overspuite
I refinish
overspuite
you refinish
overspuite
he/she/it refinish
overspuite
we refinish
overspuite
you all refinish
overspuite
they refinish
Du
Ihr
Imperative mood
spuit over
refinish
spuit
refinish

Examples of overspuiten

Example in DutchTranslation in English
Ik was aan het denken, het zou geweldig zijn als we deze vloeren zouden overspuiten.I-I was just thinking, It would be great if we could refinish the floors,
Oké, je moet geen zware dingen tillen, en spuit geen meubels over.Okay, you shouldn't lift anything heavy, and don't refinish furniture.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

opwaaien
do
overjagen
do
overklassen
outclass
overrompelen
surprise
overschenken
decant
overschouwen
on watch
overschreeuwen
outcry
overspringen
skip
overstaan
front
overzenden
beam

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'refinish':

None found.
Learning languages?