Overschakelen (to switch over) conjugation

Dutch
12 examples

Conjugation of overschakelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schakel over
I switch over
schakelt over
you switch over
schakelt over
he/she/it switches over
schakelen over
we switch over
schakelen over
you all switch over
schakelen over
they switch over
Present perfect tense
heb overgeschakeld
I have switched over
hebt overgeschakeld
you have switched over
heeft overgeschakeld
he/she/it has switched over
hebben overgeschakeld
we have switched over
hebben overgeschakeld
you all have switched over
hebben overgeschakeld
they have switched over
Past tense
schakelde over
I switched over
schakelde over
you switched over
schakelde over
he/she/it switched over
schakelden over
we switched over
schakelden over
you all switched over
schakelden over
they switched over
Future tense
zal overschakelen
I will switch over
zult overschakelen
you will switch over
zal overschakelen
he/she/it will switch over
zullen overschakelen
we will switch over
zullen overschakelen
you all will switch over
zullen overschakelen
they will switch over
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overschakelen
I would switch over
zou overschakelen
you would switch over
zou overschakelen
he/she/it would switch over
zouden overschakelen
we would switch over
zouden overschakelen
you all would switch over
zouden overschakelen
they would switch over
Subjunctive mood
schakele over
I switch over
schakele over
you switch over
schakele over
he/she/it switch over
schakele over
we switch over
schakele over
you all switch over
schakele over
they switch over
Past perfect tense
had overgeschakeld
I had switched over
had overgeschakeld
you had switched over
had overgeschakeld
he/she/it had switched over
hadden overgeschakeld
we had switched over
hadden overgeschakeld
you all had switched over
hadden overgeschakeld
they had switched over
Future perf.
zal overgeschakeld hebben
I will have switched over
zal overgeschakeld hebben
you will have switched over
zal overgeschakeld hebben
he/she/it will have switched over
zullen overgeschakeld hebben
we will have switched over
zullen overgeschakeld hebben
you all will have switched over
zullen overgeschakeld hebben
they will have switched over
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overgeschakeld hebben
I would have switched over
zou overgeschakeld hebben
you would have switched over
zou overgeschakeld hebben
he/she/it would have switched over
zouden overgeschakeld hebben
we would have switched over
zouden overgeschakeld hebben
you all would have switched over
zouden overgeschakeld hebben
they would have switched over
Present bijzin tense
overschakel
I switch over
overschakelt
you switch over
overschakelt
he/she/it switches over
overschakelen
we switch over
overschakelen
you all switch over
overschakelen
they switch over
Past bijzin tense
overschakelde
I switched over
overschakelde
you switched over
overschakelde
he/she/it switched over
overschakelden
we switched over
overschakelden
you all switched over
overschakelden
they switched over
Future bijzin tense
zal overschakelen
I will switch over
zult overschakelen
you will switch over
zal overschakelen
he/she/it will switch over
zullen overschakelen
we will switch over
zullen overschakelen
you all will switch over
zullen overschakelen
they will switch over
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou overschakelen
I would switch over
zou overschakelen
you would switch over
zou overschakelen
he/she/it would switch over
zouden overschakelen
we would switch over
zouden overschakelen
you all would switch over
zouden overschakelen
they would switch over
Subjunctive bijzin mood
overschakele
I switch over
overschakele
you switch over
overschakele
he/she/it switch over
overschakele
we switch over
overschakele
you all switch over
overschakele
they switch over
Du
Ihr
Imperative mood
schakel over
switch over
schakelt
switch over

Examples of overschakelen

Example in DutchTranslation in English
Als we ongemerkt op het kunstbrein overschakelen?Could we switch over to a simulated brain without The Clown noticing it?
Jullie moeten onmiddellijk overschakelen naar de noodvoorziening. Hopelijk lost dat het op.We're gonna need you to switch over to the E.C.C.S. Immediately, see if that takes care of the situation.
Misschien kunnen we overschakelen.Maybe we could switch over. Um...
Want de bal is hier en kan dan overschakelen naar de andere kant.You understand? 'Cause the ball can be right here and then switch over to the other side.
We moeten naar handbediening overschakelen.We're going to have to switch over to manual.
Kapitein, schakel over op radiokompas.Captain, switch over to your radio compass.
We schakelen over naar computercoördinaten voor de terugkeer.Roger that. We'll switch over to computer coordinates for re-entry.
Nee, ik ben overgeschakeld naar acht.No, I switched over to eight.
We zijn eigenlijk net overgeschakeld op onze winter drank menu.Actually, sir, we just switched over to our winter drink menu.
Ik was student in Stanford en schakelde over ...I did my undergraduate at Stanford and I switched over...
Vijf miljoen kijkers schakelden over naar "miss world" verkiezingen.Five million viewers switched over to the Miss World contest.
Dat zag ik toen ik per ongeluk het nieuws keek, voor ik overschakelde naar E!Oh, I saw that when I accidently watched the news before I switched over to E!

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

overgaan
change
overjagen
do
overlasten
on charges
overlezen
read on
overpotten
repot
overrompelen
surprise
overschaduwen
overshadow
overschatten
overrate
overstemmen
drown
oververtellen
tell about

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'switch over':

None found.
Learning languages?