Overkoepelen (to umbrella for) conjugation

Dutch

Conjugation of overkoepelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
overkoepel
I umbrella for
overkoepelt
you umbrella for
overkoepelt
he/she/it umbrellas for
overkoepelen
we umbrella for
overkoepelen
you all umbrella for
overkoepelen
they umbrella for
Present perfect tense
heb overkoepeld
I have umbrellaed for
hebt overkoepeld
you have umbrellaed for
heeft overkoepeld
he/she/it has umbrellaed for
hebben overkoepeld
we have umbrellaed for
hebben overkoepeld
you all have umbrellaed for
hebben overkoepeld
they have umbrellaed for
Past tense
overkoepelde
I umbrellaed for
overkoepelde
you umbrellaed for
overkoepelde
he/she/it umbrellaed for
overkoepelden
we umbrellaed for
overkoepelden
you all umbrellaed for
overkoepelden
they umbrellaed for
Future tense
zal overkoepelen
I will umbrella for
zult overkoepelen
you will umbrella for
zal overkoepelen
he/she/it will umbrella for
zullen overkoepelen
we will umbrella for
zullen overkoepelen
you all will umbrella for
zullen overkoepelen
they will umbrella for
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overkoepelen
I would umbrella for
zou overkoepelen
you would umbrella for
zou overkoepelen
he/she/it would umbrella for
zouden overkoepelen
we would umbrella for
zouden overkoepelen
you all would umbrella for
zouden overkoepelen
they would umbrella for
Subjunctive mood
overkoepele
I umbrella for
overkoepele
you umbrella for
overkoepele
he/she/it umbrella for
overkoepele
we umbrella for
overkoepele
you all umbrella for
overkoepele
they umbrella for
Past perfect tense
had overkoepeld
I had umbrellaed for
had overkoepeld
you had umbrellaed for
had overkoepeld
he/she/it had umbrellaed for
hadden overkoepeld
we had umbrellaed for
hadden overkoepeld
you all had umbrellaed for
hadden overkoepeld
they had umbrellaed for
Future perf.
zal overkoepeld hebben
I will have umbrellaed for
zal overkoepeld hebben
you will have umbrellaed for
zal overkoepeld hebben
he/she/it will have umbrellaed for
zullen overkoepeld hebben
we will have umbrellaed for
zullen overkoepeld hebben
you all will have umbrellaed for
zullen overkoepeld hebben
they will have umbrellaed for
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overkoepeld hebben
I would have umbrellaed for
zou overkoepeld hebben
you would have umbrellaed for
zou overkoepeld hebben
he/she/it would have umbrellaed for
zouden overkoepeld hebben
we would have umbrellaed for
zouden overkoepeld hebben
you all would have umbrellaed for
zouden overkoepeld hebben
they would have umbrellaed for
Du
Ihr
Imperative mood
overkoepel
umbrella for
overkoepelt
umbrella for

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

opzoeken
visit
oscilleren
oscillate
overgaan
change
overhoren
test
overhuiven
do
overklassen
outclass
overkluizen
overarch
overkoken
overboil
overplaatsen
transfer
overrijden
run over

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'umbrella for':

None found.
Learning languages?