opzijzetten

to put aside

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of opzijzetten

Translation

Jij/Je/U

Hij/Zij/Het

Wij/We

Jullie

Zij

Present tense

zet opzij

I put aside

zet opzij

you put aside

zet opzij

he/she/it puts aside

zetten opzij

we put aside

zetten opzij

you all put aside

zetten opzij

they put aside

Present perfect tense

heb opzijgezet

I have put aside

hebt opzijgezet

you have put aside

heeft opzijgezet

he/she/it has put aside

hebben opzijgezet

we have put aside

hebben opzijgezet

you all have put aside

hebben opzijgezet

they have put aside

Past tense

zette opzij

I put aside

zette opzij

you put aside

zette opzij

he/she/it put aside

zetten opzij

we put aside

zetten opzij

you all put aside

zetten opzij

they put aside

Future tense

zal opzijzetten

I will put aside

zult opzijzetten

you will put aside

zal opzijzetten

he/she/it will put aside

zullen opzijzetten

we will put aside

zullen opzijzetten

you all will put aside

zullen opzijzetten

they will put aside

Jij/Je/U

Hij/Zij/Het

Wij/We

Jullie

Zij

Conditional mood

zou opzijzetten

I would put aside

zou opzijzetten

you would put aside

zou opzijzetten

he/she/it would put aside

zouden opzijzetten

we would put aside

zouden opzijzetten

you all would put aside

zouden opzijzetten

they would put aside

Subjunctive mood

zette opzij

I put aside

zette opzij

you put aside

zette opzij

he/she/it put aside

zette opzij

we put aside

zette opzij

you all put aside

zette opzij

they put aside

Past perfect tense

had opzijgezet

I had put aside

had opzijgezet

you had put aside

had opzijgezet

he/she/it had put aside

hadden opzijgezet

we had put aside

hadden opzijgezet

you all had put aside

hadden opzijgezet

they had put aside

Future perf.

zal opzijgezet hebben

I will have put aside

zal opzijgezet hebben

you will have put aside

zal opzijgezet hebben

he/she/it will have put aside

zullen opzijgezet hebben

we will have put aside

zullen opzijgezet hebben

you all will have put aside

zullen opzijgezet hebben

they will have put aside

Jij/Je/U

Hij/Zij/Het

Wij/We

Jullie

Zij

Conditional perfect tense

zou opzijgezet hebben

I would have put aside

zou opzijgezet hebben

you would have put aside

zou opzijgezet hebben

he/she/it would have put aside

zouden opzijgezet hebben

we would have put aside

zouden opzijgezet hebben

you all would have put aside

zouden opzijgezet hebben

they would have put aside

Present bijzin tense

opzijzet

I put aside

opzijzet

you put aside

opzijzet

he/she/it puts aside

opzijzetten

we put aside

opzijzetten

you all put aside

opzijzetten

they put aside

Past bijzin tense

opzijzette

I put aside

opzijzette

you put aside

opzijzette

he/she/it put aside

opzijzetten

we put aside

opzijzetten

you all put aside

opzijzetten

they put aside

Future bijzin tense

zal opzijzetten

I will put aside

zult opzijzetten

you will put aside

zal opzijzetten

he/she/it will put aside

zullen opzijzetten

we will put aside

zullen opzijzetten

you all will put aside

zullen opzijzetten

they will put aside

Jij/Je/U

Hij/Zij/Het

Wij/We

Jullie

Zij

Conditional bijzin mood

zou opzijzetten

I would put aside

zou opzijzetten

you would put aside

zou opzijzetten

he/she/it would put aside

zouden opzijzetten

we would put aside

zouden opzijzetten

you all would put aside

zouden opzijzetten

they would put aside

Subjunctive bijzin mood

opzijzette

I put aside

opzijzette

you put aside

opzijzette

he/she/it put aside

opzijzette

we put aside

opzijzette

you all put aside

opzijzette

they put aside

Ihr

Imperative mood

zet opzij

put aside

zet opzij

put aside

Examples of opzijzetten

Ik zou m'n gekwetste gevoelens maar even opzijzetten.

If I were you, I'd put aside my hurt feelings for a while.

Je moet alle normale emotionele reacties die je hebt, opzijzetten.

So, you need to put aside any normal emotional response that you have.

Welke wrok ik ook koester jegens m'n dochter en uw vriend, de kapitein, ik moet die opzijzetten.

Therefore, whatever resentments I might feel towards my daughter and your friend the captain, I must put aside.

- Ik heb wat opzijgezet.

- I have put aside.

En 'n voorraadje, opzijgezet voor later, zoals een spin zou doen.

And a little something preserved... and put aside for later... like a spider might do it.

opzijzetten

Conjugation of opzijzetten

Examples of opzijzetten

Further details about this page

LOCATION