Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

optrommelen

to enlist

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of optrommelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
trommel op
I enlist
trommelt op
you enlist
trommelt op
he/she/it enlists
trommelen op
we enlist
trommelen op
you all enlist
trommelen op
they enlist
Present perfect tense
heb opgetrommeld
I have enlisted
hebt opgetrommeld
you have enlisted
heeft opgetrommeld
he/she/it has enlisted
hebben opgetrommeld
we have enlisted
hebben opgetrommeld
you all have enlisted
hebben opgetrommeld
they have enlisted
Past tense
trommelde op
I enlisted
trommelde op
you enlisted
trommelde op
he/she/it enlisted
trommelden op
we enlisted
trommelden op
you all enlisted
trommelden op
they enlisted
Future tense
zal optrommelen
I will enlist
zult optrommelen
you will enlist
zal optrommelen
he/she/it will enlist
zullen optrommelen
we will enlist
zullen optrommelen
you all will enlist
zullen optrommelen
they will enlist
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou optrommelen
I would enlist
zou optrommelen
you would enlist
zou optrommelen
he/she/it would enlist
zouden optrommelen
we would enlist
zouden optrommelen
you all would enlist
zouden optrommelen
they would enlist
Subjunctive mood
trommele op
I enlist
trommele op
you enlist
trommele op
he/she/it enlist
trommele op
we enlist
trommele op
you all enlist
trommele op
they enlist
Past perfect tense
had opgetrommeld
I had enlisted
had opgetrommeld
you had enlisted
had opgetrommeld
he/she/it had enlisted
hadden opgetrommeld
we had enlisted
hadden opgetrommeld
you all had enlisted
hadden opgetrommeld
they had enlisted
Future perf.
zal opgetrommeld hebben
I will have enlisted
zal opgetrommeld hebben
you will have enlisted
zal opgetrommeld hebben
he/she/it will have enlisted
zullen opgetrommeld hebben
we will have enlisted
zullen opgetrommeld hebben
you all will have enlisted
zullen opgetrommeld hebben
they will have enlisted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgetrommeld hebben
I would have enlisted
zou opgetrommeld hebben
you would have enlisted
zou opgetrommeld hebben
he/she/it would have enlisted
zouden opgetrommeld hebben
we would have enlisted
zouden opgetrommeld hebben
you all would have enlisted
zouden opgetrommeld hebben
they would have enlisted
Present bijzin tense
optrommel
I enlist
optrommelt
you enlist
optrommelt
he/she/it enlists
optrommelen
we enlist
optrommelen
you all enlist
optrommelen
they enlist
Past bijzin tense
optrommelde
I enlisted
optrommelde
you enlisted
optrommelde
he/she/it enlisted
optrommelden
we enlisted
optrommelden
you all enlisted
optrommelden
they enlisted
Future bijzin tense
zal optrommelen
I will enlist
zult optrommelen
you will enlist
zal optrommelen
he/she/it will enlist
zullen optrommelen
we will enlist
zullen optrommelen
you all will enlist
zullen optrommelen
they will enlist
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou optrommelen
I would enlist
zou optrommelen
you would enlist
zou optrommelen
he/she/it would enlist
zouden optrommelen
we would enlist
zouden optrommelen
you all would enlist
zouden optrommelen
they would enlist
Subjunctive bijzin mood
optrommele
I enlist
optrommele
you enlist
optrommele
he/she/it enlist
optrommele
we enlist
optrommele
you all enlist
optrommele
they enlist
Du
Ihr
Imperative mood
trommel op
enlist
trommelt op
enlist

Examples of optrommelen

Ric heeft op een of andere manier... de militaire eenheden van Nicaragua opgetrommeld.

Ric somehow enlisted the military forces of Nicaragua.

Further details about this page

LOCATION

RELATED PAGES