Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Openmaken (to do) conjugation

Dutch
27 examples

Conjugation of openmaken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
maak open
I do
maakt open
you do
maakt open
he/she/it does
maken open
we do
maken open
you all do
maken open
they do
Present perfect tense
heb opengemaakt
I have done
hebt opengemaakt
you have done
heeft opengemaakt
he/she/it has done
hebben opengemaakt
we have done
hebben opengemaakt
you all have done
hebben opengemaakt
they have done
Past tense
maakte open
I did
maakte open
you did
maakte open
he/she/it did
maakten open
we did
maakten open
you all did
maakten open
they did
Future tense
zal openmaken
I will do
zult openmaken
you will do
zal openmaken
he/she/it will do
zullen openmaken
we will do
zullen openmaken
you all will do
zullen openmaken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou openmaken
I would do
zou openmaken
you would do
zou openmaken
he/she/it would do
zouden openmaken
we would do
zouden openmaken
you all would do
zouden openmaken
they would do
Subjunctive mood
make open
I do
make open
you do
make open
he/she/it do
make open
we do
make open
you all do
make open
they do
Past perfect tense
had opengemaakt
I had done
had opengemaakt
you had done
had opengemaakt
he/she/it had done
hadden opengemaakt
we had done
hadden opengemaakt
you all had done
hadden opengemaakt
they had done
Future perf.
zal opengemaakt hebben
I will have done
zal opengemaakt hebben
you will have done
zal opengemaakt hebben
he/she/it will have done
zullen opengemaakt hebben
we will have done
zullen opengemaakt hebben
you all will have done
zullen opengemaakt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opengemaakt hebben
I would have done
zou opengemaakt hebben
you would have done
zou opengemaakt hebben
he/she/it would have done
zouden opengemaakt hebben
we would have done
zouden opengemaakt hebben
you all would have done
zouden opengemaakt hebben
they would have done
Present bijzin tense
openmaak
I do
openmaakt
you do
openmaakt
he/she/it does
openmaken
we do
openmaken
you all do
openmaken
they do
Past bijzin tense
openmaakte
I did
openmaakte
you did
openmaakte
he/she/it did
openmaakten
we did
openmaakten
you all did
openmaakten
they did
Future bijzin tense
zal openmaken
I will do
zult openmaken
you will do
zal openmaken
he/she/it will do
zullen openmaken
we will do
zullen openmaken
you all will do
zullen openmaken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou openmaken
I would do
zou openmaken
you would do
zou openmaken
he/she/it would do
zouden openmaken
we would do
zouden openmaken
you all would do
zouden openmaken
they would do
Subjunctive bijzin mood
openmake
I do
openmake
you do
openmake
he/she/it do
openmake
we do
openmake
you all do
openmake
they do
Du
Ihr
Imperative mood
maak open
do
maakt open
do

Examples of openmaken

Example in DutchTranslation in English
'Wil je Pandora's box openmaken en het uitvinden?(Harry) 'You want to open Pandora's box and find out?
- Adrian, niet openmaken.Adrian, don't open that.
- De deur openmaken, idioot!- Open the door, you idiot!
- Die ketel met wormen zal ik niet openmaken.- What about me? I don't want to open up that kettle of worms.
- Hij kan de deur alleen voor mij openmaken.His door's sealed from within. He can only open it for me.
- Cassie, maak open!- Cassie, open the door!
- Geen idee, maak open.- I do not know, open it.
Alsjeblief, maak open.Please open the door.
Broeder, maak open alstublieft.Brother, please open the door
Ik meen het, maak open.Seriously, do it.
Net zoals, ik klop op de deur, en zij maakt open.Since I knocked on the door and she answered, etc..
Ondertussen heb je je rits opengemaakt, en jezelf bevrijd. En dan hou je je jas van je af, en stap je achteruit, zie je?meanwhile, you've undone your zipper, you've freed yourself and then, keeping a wide arc with the raincoat, you step backwards, you see?
- Als ik deze deur openmaak.When I open this door. Good night.
- Wacht even tot ik de deur openmaak, vriend.- Wait till I get the door, mate.
Als ik de doos niet openmaak, is het niet zo definitief.I keep thinking that if I don't open the box, it's like it's not really final.
Beloof me... dat als ik de celdeur openmaak... jij en je vrienden steeds zullen doen wat ik zeg.I need you to give me your word... that if I open this door... you and your boys will stand by my command at all times.
Ik ben in orde Ik moet alleen de ... de sleutel vinden. Wil je dat ik het openmaak met een speld?I just need to find the... the key... do you want me to do it with a pin?
Als je de deur openmaakt, breekt de vulling gegarandeerd.The lead is sure to break if the door is opened.
Als je de kluis niet openmaakt, mollen we die oude kerel.Woman, if you don't open this safe, we will finish off the old man, do you understand me?
Als je deze deur openmaakt, slacht ik 'n wit lam voor je... of als ik er geen vind voor 'n redelijke prijs, zes duiven.If you will open this door, then... I will kill for you a fine white lamb, or, failing that, if I couldn't get a good one at a decent price, then six pigeons.
Coco, stop voor je ze openmaakt.Coco, get down before you knock something over.
Dus moet ik weten hoe je de deur openmaakt.So I need to know how you open the door.
Dus wist ik niet wat ik ging eten tot ik ze openmaakte.{\pos(192,245)}So I didn't know what dinner was until I opened them.
Een operatie die hij in de jaren 1930 deed - toen hij het openmaakte zag hij dat deze kwaadaardige tumor zich had verspreid, agressief.One operation he did in the 1930s - when he got into it he saw that this malignant tumour had spread, really aggressive.
Toen ik de koffer openmaakte en de foto zag... wilde ik niet dat de vader zou lijden.When I opened the suitcase, and I saw the photograph ... I didn't want the father to suffer.
Toen hij niet terugkwam, dacht ik dat hij wilde dat wij het openmaakten.When he didn't come back, I started to think he meant for us to open it.
We moesten alleen opletten dat we niet per ongeluk de verkeerde zak openmaakten.We just had to make sure That we didn't accidentally open the wrong bag.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

opdoeken
do away with
opdoffen
primp
opdonderen
get lost
opdrijven
drive up
opeenhopen
agglomerate
openliggen
do
openpeuteren
open pick
openrijten
rip up
openvouwen
do
opflikkeren
flare up

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.