Opeendringen (to huddle) conjugation

Dutch

Conjugation of opeendringen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
dring opeen
I huddle
dringt opeen
you huddle
dringt opeen
he/she/it huddles
dringen opeen
we huddle
dringen opeen
you all huddle
dringen opeen
they huddle
Present perfect tense
ben opeengedrongen
I have huddled
bent opeengedrongen
you have huddled
is opeengedrongen
he/she/it has huddled
zijn opeengedrongen
we have huddled
zijn opeengedrongen
you all have huddled
zijn opeengedrongen
they have huddled
Past tense
drong opeen
I huddled
drong opeen
you huddled
drong opeen
he/she/it huddled
drongen opeen
we huddled
drongen opeen
you all huddled
drongen opeen
they huddled
Future tense
zal opeendringen
I will huddle
zult opeendringen
you will huddle
zal opeendringen
he/she/it will huddle
zullen opeendringen
we will huddle
zullen opeendringen
you all will huddle
zullen opeendringen
they will huddle
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opeendringen
I would huddle
zou opeendringen
you would huddle
zou opeendringen
he/she/it would huddle
zouden opeendringen
we would huddle
zouden opeendringen
you all would huddle
zouden opeendringen
they would huddle
Subjunctive mood
dringe opeen
I huddle
dringe opeen
you huddle
dringe opeen
he/she/it huddle
dringe opeen
we huddle
dringe opeen
you all huddle
dringe opeen
they huddle
Past perfect tense
was opeengedrongen
I had huddled
was opeengedrongen
you had huddled
was opeengedrongen
he/she/it had huddled
waren opeengedrongen
we had huddled
waren opeengedrongen
you all had huddled
waren opeengedrongen
they had huddled
Future perf.
zal opeengedrongen zijn
I will have huddled
zal opeengedrongen zijn
you will have huddled
zal opeengedrongen zijn
he/she/it will have huddled
zullen opeengedrongen zijn
we will have huddled
zullen opeengedrongen zijn
you all will have huddled
zullen opeengedrongen zijn
they will have huddled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opeengedrongen zijn
I would have huddled
zou opeengedrongen zijn
you would have huddled
zou opeengedrongen zijn
he/she/it would have huddled
zouden opeengedrongen zijn
we would have huddled
zouden opeengedrongen zijn
you all would have huddled
zouden opeengedrongen zijn
they would have huddled
Present bijzin tense
opeendring
I huddle
opeendringt
you huddle
opeendringt
he/she/it huddles
opeendringen
we huddle
opeendringen
you all huddle
opeendringen
they huddle
Past bijzin tense
opeendrong
I huddled
opeendrong
you huddled
opeendrong
he/she/it huddled
opeendrongen
we huddled
opeendrongen
you all huddled
opeendrongen
they huddled
Future bijzin tense
zal opeendringen
I will huddle
zult opeendringen
you will huddle
zal opeendringen
he/she/it will huddle
zullen opeendringen
we will huddle
zullen opeendringen
you all will huddle
zullen opeendringen
they will huddle
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opeendringen
I would huddle
zou opeendringen
you would huddle
zou opeendringen
he/she/it would huddle
zouden opeendringen
we would huddle
zouden opeendringen
you all would huddle
zouden opeendringen
they would huddle
Subjunctive bijzin mood
opeendringe
I huddle
opeendringe
you huddle
opeendringe
he/she/it huddle
opeendringe
we huddle
opeendringe
you all huddle
opeendringe
they huddle
Du
Ihr
Imperative mood
dring opeen
huddle
dringt opeen
huddle

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

ontzadelen
do
ontzeilen
steer clear of
opbomen
beam
opbraden
do
opcommanderen
do
opdouwen
do
opdweilen
mop up
opeenhopen
agglomerate
opeenvolgen
succeed each other
openprikken
pierce

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'huddle':

None found.
Learning languages?