Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Oorlogvoeren (to make war) conjugation

Dutch
3 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
voer oorlog
voert oorlog
voert oorlog
voeren oorlog
voeren oorlog
voeren oorlog
Present perfect tense
heb oorloggevoerd
hebt oorloggevoerd
heeft oorloggevoerd
hebben oorloggevoerd
hebben oorloggevoerd
hebben oorloggevoerd
Past tense
voerde oorlog
voerde oorlog
voerde oorlog
voerden oorlog
voerden oorlog
voerden oorlog
Future tense
zal oorlogvoeren
zult oorlogvoeren
zal oorlogvoeren
zullen oorlogvoeren
zullen oorlogvoeren
zullen oorlogvoeren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou oorlogvoeren
zou oorlogvoeren
zou oorlogvoeren
zouden oorlogvoeren
zouden oorlogvoeren
zouden oorlogvoeren
Subjunctive mood
voere oorlog
voere oorlog
voere oorlog
voere oorlog
voere oorlog
voere oorlog
Past perfect tense
had oorloggevoerd
had oorloggevoerd
had oorloggevoerd
hadden oorloggevoerd
hadden oorloggevoerd
hadden oorloggevoerd
Future perf.
zal oorloggevoerd hebben
zal oorloggevoerd hebben
zal oorloggevoerd hebben
zullen oorloggevoerd hebben
zullen oorloggevoerd hebben
zullen oorloggevoerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou oorloggevoerd hebben
zou oorloggevoerd hebben
zou oorloggevoerd hebben
zouden oorloggevoerd hebben
zouden oorloggevoerd hebben
zouden oorloggevoerd hebben
Present bijzin tense
oorlogvoer
oorlogvoert
oorlogvoert
oorlogvoeren
oorlogvoeren
oorlogvoeren
Past bijzin tense
oorlogvoerde
oorlogvoerde
oorlogvoerde
oorlogvoerden
oorlogvoerden
oorlogvoerden
Future bijzin tense
zal oorlogvoeren
zult oorlogvoeren
zal oorlogvoeren
zullen oorlogvoeren
zullen oorlogvoeren
zullen oorlogvoeren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou oorlogvoeren
zou oorlogvoeren
zou oorlogvoeren
zouden oorlogvoeren
zouden oorlogvoeren
zouden oorlogvoeren
Subjunctive bijzin mood
oorlogvoere
oorlogvoere
oorlogvoere
oorlogvoere
oorlogvoere
oorlogvoere
Du
Ihr
Imperative mood
voer oorlog
voert oorlog

Examples of oorlogvoeren

Example in DutchTranslation in English
Khan... hou jij nou niet op met oorlogvoeren, zelfs nu de Mongolen verenigd zijn in een volk?Khan... will you not cease to make war, even now the Mongols are united?
Neem deze voorspellingen en doe wat apostel Paulus zei en voer oorlog tegen hen.Take these prophecies and do what the apostle Paul said, and make war with them.
'In gerechtigheid oordeelt het Lam en voert oorlog.'"In righteousness the Lamb doth judge and make war."

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'make war':

None found.