Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Ontvrienden (to unfriend) conjugation

Dutch
11 examples

Conjugation of ontvrienden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ontvriend
I unfriend
ontvriendt
you unfriend
ontvriendt
he/she/it unfriends
ontvrienden
we unfriend
ontvrienden
you all unfriend
ontvrienden
they unfriend
Present perfect tense
heb ontvriend
I have unfriended
hebt ontvriend
you have unfriended
heeft ontvriend
he/she/it has unfriended
hebben ontvriend
we have unfriended
hebben ontvriend
you all have unfriended
hebben ontvriend
they have unfriended
Past tense
ontvriendde
I unfriended
ontvriendde
you unfriended
ontvriendde
he/she/it unfriended
ontvriendden
we unfriended
ontvriendden
you all unfriended
ontvriendden
they unfriended
Future tense
zal ontvrienden
I will unfriend
zult ontvrienden
you will unfriend
zal ontvrienden
he/she/it will unfriend
zullen ontvrienden
we will unfriend
zullen ontvrienden
you all will unfriend
zullen ontvrienden
they will unfriend
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ontvrienden
I would unfriend
zou ontvrienden
you would unfriend
zou ontvrienden
he/she/it would unfriend
zouden ontvrienden
we would unfriend
zouden ontvrienden
you all would unfriend
zouden ontvrienden
they would unfriend
Subjunctive mood
ontvriende
I unfriend
ontvriende
you unfriend
ontvriende
he/she/it unfriend
ontvriende
we unfriend
ontvriende
you all unfriend
ontvriende
they unfriend
Past perfect tense
had ontvriend
I had unfriended
had ontvriend
you had unfriended
had ontvriend
he/she/it had unfriended
hadden ontvriend
we had unfriended
hadden ontvriend
you all had unfriended
hadden ontvriend
they had unfriended
Future perf.
zal ontvriend hebben
I will have unfriended
zal ontvriend hebben
you will have unfriended
zal ontvriend hebben
he/she/it will have unfriended
zullen ontvriend hebben
we will have unfriended
zullen ontvriend hebben
you all will have unfriended
zullen ontvriend hebben
they will have unfriended
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ontvriend hebben
I would have unfriended
zou ontvriend hebben
you would have unfriended
zou ontvriend hebben
he/she/it would have unfriended
zouden ontvriend hebben
we would have unfriended
zouden ontvriend hebben
you all would have unfriended
zouden ontvriend hebben
they would have unfriended
Du
Ihr
Imperative mood
ontvriend
unfriend
ontvriendt
unfriend

Examples of ontvrienden

Example in DutchTranslation in English
Ik heb geprobeerd om Cameron Lynch te ontvrienden zelfs vóór Facebook werd uitgevonden.I have been trying to unfriend Cameron Lynch since before Facebook was even invented.
Ik kan hem toevoegen en weer ontvrienden voor hij het door heeft.Guess I could add him and unfriend him before he knows.
Je moet hem 'ontvrienden'.Oh, you should unfriend him.
Je zou 'r moeten ontvrienden.You should unfriend her.
Komaan, 'ontvrienden' is zelfs geen woord.W-What? Come on, "unfriend" isn't even a word.
- Jason heeft net iemand 'ontvriend'.Jason just unfriended someone.
- Je hebt me ontvriend, echt?You unfriended me? Seriously?
Dat is Spaans eten. - Nog steeds ontvriend.Still unfriended.
De kinderen hebben me weer ontvriend.The kids unfriended me again.
Ik heb je ontvriend.I unfriended you.
Je erkent mijn bestaan dus, daar was ik niet zeker van, nadat je me 'ontvriendde'.Oh, so you do acknowledge my existence. I wasn't sure about that after you unfriended me.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'unfriend':

None found.