Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Ontveinzen (to dissemble) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ontveins
ontveinst
ontveinst
ontveinzen
ontveinzen
ontveinzen
Present perfect tense
heb ontveinsd
hebt ontveinsd
heeft ontveinsd
hebben ontveinsd
hebben ontveinsd
hebben ontveinsd
Past tense
ontveinsde
ontveinsde
ontveinsde
ontveinsden
ontveinsden
ontveinsden
Future tense
zal ontveinzen
zult ontveinzen
zal ontveinzen
zullen ontveinzen
zullen ontveinzen
zullen ontveinzen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ontveinzen
zou ontveinzen
zou ontveinzen
zouden ontveinzen
zouden ontveinzen
zouden ontveinzen
Subjunctive mood
ontveinze
ontveinze
ontveinze
ontveinze
ontveinze
ontveinze
Past perfect tense
had ontveinsd
had ontveinsd
had ontveinsd
hadden ontveinsd
hadden ontveinsd
hadden ontveinsd
Future perf.
zal ontveinsd hebben
zal ontveinsd hebben
zal ontveinsd hebben
zullen ontveinsd hebben
zullen ontveinsd hebben
zullen ontveinsd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ontveinsd hebben
zou ontveinsd hebben
zou ontveinsd hebben
zouden ontveinsd hebben
zouden ontveinsd hebben
zouden ontveinsd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
ontveins
ontveinst

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'dissemble':

None found.