Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Ontkerstenen (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ontkersten
ontkerstent
ontkerstent
ontkerstenen
ontkerstenen
ontkerstenen
Present perfect tense
ben ontkerstend
bent ontkerstend
is ontkerstend
zijn ontkerstend
zijn ontkerstend
zijn ontkerstend
Past tense
ontkerstende
ontkerstende
ontkerstende
ontkerstenden
ontkerstenden
ontkerstenden
Future tense
zal ontkerstenen
zult ontkerstenen
zal ontkerstenen
zullen ontkerstenen
zullen ontkerstenen
zullen ontkerstenen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ontkerstenen
zou ontkerstenen
zou ontkerstenen
zouden ontkerstenen
zouden ontkerstenen
zouden ontkerstenen
Subjunctive mood
ontkerstene
ontkerstene
ontkerstene
ontkerstene
ontkerstene
ontkerstene
Past perfect tense
was ontkerstend
was ontkerstend
was ontkerstend
waren ontkerstend
waren ontkerstend
waren ontkerstend
Future perf.
zal ontkerstend zijn
zal ontkerstend zijn
zal ontkerstend zijn
zullen ontkerstend zijn
zullen ontkerstend zijn
zullen ontkerstend zijn
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ontkerstend zijn
zou ontkerstend zijn
zou ontkerstend zijn
zouden ontkerstend zijn
zouden ontkerstend zijn
zouden ontkerstend zijn
Du
Ihr
Imperative mood
ontkersten
ontkerstent

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

ondertunnelen
do
ontberen
lack
ontbloten
defoliate
ontgloeien
do
onthaasten
unwind
onthoofden
decapitate
ontkalken
descale
ontkennen
deny
ontketenen
unchain
ontmengen
demix

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.