Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Onderschoren (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
onderschoor
onderschoort
onderschoort
onderschoren
onderschoren
onderschoren
Present perfect tense
heb onderschoord
hebt onderschoord
heeft onderschoord
hebben onderschoord
hebben onderschoord
hebben onderschoord
Past tense
onderschoorde
onderschoorde
onderschoorde
onderschoorden
onderschoorden
onderschoorden
Future tense
zal onderschoren
zult onderschoren
zal onderschoren
zullen onderschoren
zullen onderschoren
zullen onderschoren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou onderschoren
zou onderschoren
zou onderschoren
zouden onderschoren
zouden onderschoren
zouden onderschoren
Subjunctive mood
onderschore
onderschore
onderschore
onderschore
onderschore
onderschore
Past perfect tense
had onderschoord
had onderschoord
had onderschoord
hadden onderschoord
hadden onderschoord
hadden onderschoord
Future perf.
zal onderschoord hebben
zal onderschoord hebben
zal onderschoord hebben
zullen onderschoord hebben
zullen onderschoord hebben
zullen onderschoord hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou onderschoord hebben
zou onderschoord hebben
zou onderschoord hebben
zouden onderschoord hebben
zouden onderschoord hebben
zouden onderschoord hebben
Du
Ihr
Imperative mood
onderschoor
onderschoort

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

omverschieten
shoot down
onderbieden
undercut
onderbreken
interrupt
onderduwen
push down
ondergieten
grout
onderlijnen
do
onderschikken
subdue
onderschragen
do
onderstaan
stand under
ontbinden
disband

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.