Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Onderkruipen (to undercut) conjugation

Dutch

Conjugation of onderkruipen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
onderkruip
I undercut
onderkruipt
you undercut
onderkruipt
he/she/it undercuts
onderkruipen
we undercut
onderkruipen
you all undercut
onderkruipen
they undercut
Present perfect tense
heb onderkropen
I have undercut
hebt onderkropen
you have undercut
heeft onderkropen
he/she/it has undercut
hebben onderkropen
we have undercut
hebben onderkropen
you all have undercut
hebben onderkropen
they have undercut
Past tense
onderkroop
I undercut
onderkroop
you undercut
onderkroop
he/she/it undercut
onderkropen
we undercut
onderkropen
you all undercut
onderkropen
they undercut
Future tense
zal onderkruipen
I will undercut
zult onderkruipen
you will undercut
zal onderkruipen
he/she/it will undercut
zullen onderkruipen
we will undercut
zullen onderkruipen
you all will undercut
zullen onderkruipen
they will undercut
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou onderkruipen
I would undercut
zou onderkruipen
you would undercut
zou onderkruipen
he/she/it would undercut
zouden onderkruipen
we would undercut
zouden onderkruipen
you all would undercut
zouden onderkruipen
they would undercut
Subjunctive mood
onderkruipe
I undercut
onderkruipe
you undercut
onderkruipe
he/she/it undercut
onderkruipe
we undercut
onderkruipe
you all undercut
onderkruipe
they undercut
Past perfect tense
had onderkropen
I had undercut
had onderkropen
you had undercut
had onderkropen
he/she/it had undercut
hadden onderkropen
we had undercut
hadden onderkropen
you all had undercut
hadden onderkropen
they had undercut
Future perf.
zal onderkropen hebben
I will have undercut
zal onderkropen hebben
you will have undercut
zal onderkropen hebben
he/she/it will have undercut
zullen onderkropen hebben
we will have undercut
zullen onderkropen hebben
you all will have undercut
zullen onderkropen hebben
they will have undercut
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou onderkropen hebben
I would have undercut
zou onderkropen hebben
you would have undercut
zou onderkropen hebben
he/she/it would have undercut
zouden onderkropen hebben
we would have undercut
zouden onderkropen hebben
you all would have undercut
zouden onderkropen hebben
they would have undercut
Du
Ihr
Imperative mood
onderkruip
undercut
onderkruipt
undercut

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

omreizen
travel about
omruilen
exchange
omzwerven
rove
onderduiken
dive
onderkennen
recognize
onderkotsen
do
onderleggen
put under
onderrichten
teach
onderstrepen
underline
ondervinden
experience

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'undercut':

None found.