Obsederen (to obsess) conjugation

Dutch
17 examples

Conjugation of obsederen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
obsedeer
I obsess
obsedeert
you obsess
obsedeert
he/she/it obsesses
obsederen
we obsess
obsederen
you all obsess
obsederen
they obsess
Present perfect tense
heb geobsedeerd
I have obsessed
hebt geobsedeerd
you have obsessed
heeft geobsedeerd
he/she/it has obsessed
hebben geobsedeerd
we have obsessed
hebben geobsedeerd
you all have obsessed
hebben geobsedeerd
they have obsessed
Past tense
obsedeerde
I obsessed
obsedeerde
you obsessed
obsedeerde
he/she/it obsessed
obsedeerden
we obsessed
obsedeerden
you all obsessed
obsedeerden
they obsessed
Future tense
zal obsederen
I will obsess
zult obsederen
you will obsess
zal obsederen
he/she/it will obsess
zullen obsederen
we will obsess
zullen obsederen
you all will obsess
zullen obsederen
they will obsess
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou obsederen
I would obsess
zou obsederen
you would obsess
zou obsederen
he/she/it would obsess
zouden obsederen
we would obsess
zouden obsederen
you all would obsess
zouden obsederen
they would obsess
Subjunctive mood
obsedere
I obsess
obsedere
you obsess
obsedere
he/she/it obsess
obsedere
we obsess
obsedere
you all obsess
obsedere
they obsess
Past perfect tense
had geobsedeerd
I had obsessed
had geobsedeerd
you had obsessed
had geobsedeerd
he/she/it had obsessed
hadden geobsedeerd
we had obsessed
hadden geobsedeerd
you all had obsessed
hadden geobsedeerd
they had obsessed
Future perf.
zal geobsedeerd hebben
I will have obsessed
zal geobsedeerd hebben
you will have obsessed
zal geobsedeerd hebben
he/she/it will have obsessed
zullen geobsedeerd hebben
we will have obsessed
zullen geobsedeerd hebben
you all will have obsessed
zullen geobsedeerd hebben
they will have obsessed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geobsedeerd hebben
I would have obsessed
zou geobsedeerd hebben
you would have obsessed
zou geobsedeerd hebben
he/she/it would have obsessed
zouden geobsedeerd hebben
we would have obsessed
zouden geobsedeerd hebben
you all would have obsessed
zouden geobsedeerd hebben
they would have obsessed
Du
Ihr
Imperative mood
obsedeer
obsess
obsedeert
obsess

Examples of obsederen

Example in DutchTranslation in English
- Ik ook van jou. En hou op met obsederen.- And um, stop obsessing?
- McGoo, ik heb beters te doen, dan me te obsederen, over het doen en laten van onze, Miss Mooiebroek Ziva.Magoo, I have better things to do than to obsess over the whereabouts of our little Miss Fancypants Ziva. Yeah?
- Meer obsederen.More like obsessing.
Alle gebruikelijke dingen die smerissen snel obsederen.All the usual stuff that cops like to obsess about.
De enige manier om niet te obsederen is als ik achter alles van hem kom.The only way for me to not obsess is if I figure out everything about him.
- Niets is onbelangrijk. Als ik wist wat hem zo obsedeert, kon ik er wat aan doen. Toen jullie wegen elkaar kruisten, werd hij door jou geraakt.If I knew what I was doing to make this guy so obsessed,I'd stop when your paths crossed,something clicked with him.
- Rood. Waarom obsedeert die kleur je ?Why are you obsessed with that colour, Claire?
Deze zaak obsedeert hem.This case is an obsession.
Dus jullie wezen de gast die zich al 16 jaar over jullie obsedeert compleet af en hij vond het niet erg?So, you completely rejected the guy who's been obsessing about you for 16 years, and he was okay with it?
Een vrouw die u obsedeert ?A woman who obsesses you.
"Meneer Saldua, nu geobsedeerd met zijn eigen herstel, is overgegaan om onze sessies met zijn telefoon op te nemen, zodat hij steeds weer opnieuw naar hen kan luisteren."Want something? "Mr. Saldua, now obsessed with his own recovery, "has taken to recording our sessions with his phone, so he can listen to them again and again."
'The House On The Hill', de hele stad is er door geobsedeerd.The House On The Hill, the whole city's obsessed with it.
'Van wie was Robin geobsedeerd? '"Who was Robin obsessed with?"
- Ben je geobsedeerd door hem?Are you obsessed with him?
- Ben je geobsedeerd op mij?Are you obsessed with me or something? - What?
Het lot van Israël obsedeerde hem.The destiny of Israel obsessed him.
Snuff-movies obsedeerden hem.That guy was obsessed with Snuff.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

neerwerpen
throw down
niezen
sneeze
nivelleren
level
nodigen
invite
noemen
call
oblitereren
obliterate
observeren
observe
ombinden
dismiss
omdolen
dwindle
omgespen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'obsess':

None found.
Learning languages?