Nuttigen (to take sustenance) conjugation

Dutch

Conjugation of nuttigen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
nuttig
I take sustenance
nuttigt
you take sustenance
nuttigt
he/she/it takes sustenance
nuttigen
we take sustenance
nuttigen
you all take sustenance
nuttigen
they take sustenance
Present perfect tense
heb genuttigd
I have taken sustenance
hebt genuttigd
you have taken sustenance
heeft genuttigd
he/she/it has taken sustenance
hebben genuttigd
we have taken sustenance
hebben genuttigd
you all have taken sustenance
hebben genuttigd
they have taken sustenance
Past tense
nuttigde
I took sustenance
nuttigde
you took sustenance
nuttigde
he/she/it took sustenance
nuttigden
we took sustenance
nuttigden
you all took sustenance
nuttigden
they took sustenance
Future tense
zal nuttigen
I will take sustenance
zult nuttigen
you will take sustenance
zal nuttigen
he/she/it will take sustenance
zullen nuttigen
we will take sustenance
zullen nuttigen
you all will take sustenance
zullen nuttigen
they will take sustenance
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou nuttigen
I would take sustenance
zou nuttigen
you would take sustenance
zou nuttigen
he/she/it would take sustenance
zouden nuttigen
we would take sustenance
zouden nuttigen
you all would take sustenance
zouden nuttigen
they would take sustenance
Subjunctive mood
nuttige
I take sustenance
nuttige
you take sustenance
nuttige
he/she/it take sustenance
nuttige
we take sustenance
nuttige
you all take sustenance
nuttige
they take sustenance
Past perfect tense
had genuttigd
I had taken sustenance
had genuttigd
you had taken sustenance
had genuttigd
he/she/it had taken sustenance
hadden genuttigd
we had taken sustenance
hadden genuttigd
you all had taken sustenance
hadden genuttigd
they had taken sustenance
Future perf.
zal genuttigd hebben
I will have taken sustenance
zal genuttigd hebben
you will have taken sustenance
zal genuttigd hebben
he/she/it will have taken sustenance
zullen genuttigd hebben
we will have taken sustenance
zullen genuttigd hebben
you all will have taken sustenance
zullen genuttigd hebben
they will have taken sustenance
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou genuttigd hebben
I would have taken sustenance
zou genuttigd hebben
you would have taken sustenance
zou genuttigd hebben
he/she/it would have taken sustenance
zouden genuttigd hebben
we would have taken sustenance
zouden genuttigd hebben
you all would have taken sustenance
zouden genuttigd hebben
they would have taken sustenance
Du
Ihr
Imperative mood
nuttig
take sustenance
nuttigt
take sustenance

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

wettigen
warrant

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

nazetten
take after
neersteken
stab
neerzien
look down
nodigen
invite
noordelijken
do
normaliseren
standardize
notificeren
notify
nutten
do
obduceren
do
omgaan
handle

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'take sustenance':

None found.
Learning languages?