Notuleren (to do) conjugation

Dutch
4 examples

Conjugation of notuleren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
notuleer
I do
notuleert
you do
notuleert
he/she/it does
notuleren
we do
notuleren
you all do
notuleren
they do
Present perfect tense
heb genotuleerd
I have done
hebt genotuleerd
you have done
heeft genotuleerd
he/she/it has done
hebben genotuleerd
we have done
hebben genotuleerd
you all have done
hebben genotuleerd
they have done
Past tense
notuleerde
I did
notuleerde
you did
notuleerde
he/she/it did
notuleerden
we did
notuleerden
you all did
notuleerden
they did
Future tense
zal notuleren
I will do
zult notuleren
you will do
zal notuleren
he/she/it will do
zullen notuleren
we will do
zullen notuleren
you all will do
zullen notuleren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou notuleren
I would do
zou notuleren
you would do
zou notuleren
he/she/it would do
zouden notuleren
we would do
zouden notuleren
you all would do
zouden notuleren
they would do
Subjunctive mood
notulere
I do
notulere
you do
notulere
he/she/it do
notulere
we do
notulere
you all do
notulere
they do
Past perfect tense
had genotuleerd
I had done
had genotuleerd
you had done
had genotuleerd
he/she/it had done
hadden genotuleerd
we had done
hadden genotuleerd
you all had done
hadden genotuleerd
they had done
Future perf.
zal genotuleerd hebben
I will have done
zal genotuleerd hebben
you will have done
zal genotuleerd hebben
he/she/it will have done
zullen genotuleerd hebben
we will have done
zullen genotuleerd hebben
you all will have done
zullen genotuleerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou genotuleerd hebben
I would have done
zou genotuleerd hebben
you would have done
zou genotuleerd hebben
he/she/it would have done
zouden genotuleerd hebben
we would have done
zouden genotuleerd hebben
you all would have done
zouden genotuleerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
notuleer
do
notuleert
do

Examples of notuleren

Example in DutchTranslation in English
Ik wil dat gewoon even notuleren, dat u dat ernstig kwalijk neemt.I just wanna write that down, that you take umbrage.
Moet ik dit notuleren?do i include this in the minutes?
Wil je naar mijn kantoor komen om te notuleren?Wanna come up to my office and take down a memo?
Sally Murdoch notuleert het proces, schrijft hem, en hij trekt bij haar in.Sally Murdoch, the court reporter from that trial, starts writing Flowers, and then he moves in with her when he gets out of prison.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

tituleren
title

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

nazwaaien
do
neerkletteren
patter down
neerknielen
kneel
neerschuiven
down slide
nikken
do
noppen
nap
notificeren
notify
nuanceren
nuance
offeren
sacrifice
omdragen
carry about

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?