Neerkletteren (to patter down) conjugation

Dutch

Conjugation of neerkletteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kletter neer
I patter down
klettert neer
you patter down
klettert neer
he/she/it patters down
kletteren neer
we patter down
kletteren neer
you all patter down
kletteren neer
they patter down
Present perfect tense
ben neergekletterd
I have pattered down
bent neergekletterd
you have pattered down
is neergekletterd
he/she/it has pattered down
zijn neergekletterd
we have pattered down
zijn neergekletterd
you all have pattered down
zijn neergekletterd
they have pattered down
Past tense
kletterde neer
I pattered down
kletterde neer
you pattered down
kletterde neer
he/she/it pattered down
kletterden neer
we pattered down
kletterden neer
you all pattered down
kletterden neer
they pattered down
Future tense
zal neerkletteren
I will patter down
zult neerkletteren
you will patter down
zal neerkletteren
he/she/it will patter down
zullen neerkletteren
we will patter down
zullen neerkletteren
you all will patter down
zullen neerkletteren
they will patter down
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou neerkletteren
I would patter down
zou neerkletteren
you would patter down
zou neerkletteren
he/she/it would patter down
zouden neerkletteren
we would patter down
zouden neerkletteren
you all would patter down
zouden neerkletteren
they would patter down
Subjunctive mood
klettere neer
I patter down
klettere neer
you patter down
klettere neer
he/she/it patter down
klettere neer
we patter down
klettere neer
you all patter down
klettere neer
they patter down
Past perfect tense
was neergekletterd
I had pattered down
was neergekletterd
you had pattered down
was neergekletterd
he/she/it had pattered down
waren neergekletterd
we had pattered down
waren neergekletterd
you all had pattered down
waren neergekletterd
they had pattered down
Future perf.
zal neergekletterd zijn
I will have pattered down
zal neergekletterd zijn
you will have pattered down
zal neergekletterd zijn
he/she/it will have pattered down
zullen neergekletterd zijn
we will have pattered down
zullen neergekletterd zijn
you all will have pattered down
zullen neergekletterd zijn
they will have pattered down
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou neergekletterd zijn
I would have pattered down
zou neergekletterd zijn
you would have pattered down
zou neergekletterd zijn
he/she/it would have pattered down
zouden neergekletterd zijn
we would have pattered down
zouden neergekletterd zijn
you all would have pattered down
zouden neergekletterd zijn
they would have pattered down
Present bijzin tense
neerkletter
I patter down
neerklettert
you patter down
neerklettert
he/she/it patters down
neerkletteren
we patter down
neerkletteren
you all patter down
neerkletteren
they patter down
Past bijzin tense
neerkletterde
I pattered down
neerkletterde
you pattered down
neerkletterde
he/she/it pattered down
neerkletterden
we pattered down
neerkletterden
you all pattered down
neerkletterden
they pattered down
Future bijzin tense
zal neerkletteren
I will patter down
zult neerkletteren
you will patter down
zal neerkletteren
he/she/it will patter down
zullen neerkletteren
we will patter down
zullen neerkletteren
you all will patter down
zullen neerkletteren
they will patter down
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou neerkletteren
I would patter down
zou neerkletteren
you would patter down
zou neerkletteren
he/she/it would patter down
zouden neerkletteren
we would patter down
zouden neerkletteren
you all would patter down
zouden neerkletteren
they would patter down
Subjunctive bijzin mood
neerklettere
I patter down
neerklettere
you patter down
neerklettere
he/she/it patter down
neerklettere
we patter down
neerklettere
you all patter down
neerklettere
they patter down
Du
Ihr
Imperative mood
kletter neer
patter down
klettert n
patter down

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

natellen
count again
neerdalen
descend
neerdoen
down do
neerduwen
push down
neerhalen
down
neerklappen
fold
neerklimmen
climb down
neerlaten
lower
neerschrijven
write
neigen
incline

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'patter down':

None found.
Learning languages?