Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Missioneren (to mission honor) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
missioneer
missioneert
missioneert
missioneren
missioneren
missioneren
Present perfect tense
heb gemissioneerd
hebt gemissioneerd
heeft gemissioneerd
hebben gemissioneerd
hebben gemissioneerd
hebben gemissioneerd
Past tense
missioneerde
missioneerde
missioneerde
missioneerden
missioneerden
missioneerden
Future tense
zal missioneren
zult missioneren
zal missioneren
zullen missioneren
zullen missioneren
zullen missioneren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou missioneren
zou missioneren
zou missioneren
zouden missioneren
zouden missioneren
zouden missioneren
Subjunctive mood
missionere
missionere
missionere
missionere
missionere
missionere
Past perfect tense
had gemissioneerd
had gemissioneerd
had gemissioneerd
hadden gemissioneerd
hadden gemissioneerd
hadden gemissioneerd
Future perf.
zal gemissioneerd hebben
zal gemissioneerd hebben
zal gemissioneerd hebben
zullen gemissioneerd hebben
zullen gemissioneerd hebben
zullen gemissioneerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gemissioneerd hebben
zou gemissioneerd hebben
zou gemissioneerd hebben
zouden gemissioneerd hebben
zouden gemissioneerd hebben
zouden gemissioneerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
missioneer
missioneert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'mission honor':

None found.