Misschieten (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of misschieten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schiet mis
I do
schiet mis
you do
schiet mis
he/she/it does
schieten mis
we do
schieten mis
you all do
schieten mis
they do
Present perfect tense
heb misgeschoten
I have done
hebt misgeschoten
you have done
heeft misgeschoten
he/she/it has done
hebben misgeschoten
we have done
hebben misgeschoten
you all have done
hebben misgeschoten
they have done
Past tense
schoot mis
I did
schoot mis
you did
schoot mis
he/she/it did
schoten mis
we did
schoten mis
you all did
schoten mis
they did
Future tense
zal misschieten
I will do
zult misschieten
you will do
zal misschieten
he/she/it will do
zullen misschieten
we will do
zullen misschieten
you all will do
zullen misschieten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou misschieten
I would do
zou misschieten
you would do
zou misschieten
he/she/it would do
zouden misschieten
we would do
zouden misschieten
you all would do
zouden misschieten
they would do
Subjunctive mood
schiete mis
I do
schiete mis
you do
schiete mis
he/she/it do
schiete mis
we do
schiete mis
you all do
schiete mis
they do
Past perfect tense
had misgeschoten
I had done
had misgeschoten
you had done
had misgeschoten
he/she/it had done
hadden misgeschoten
we had done
hadden misgeschoten
you all had done
hadden misgeschoten
they had done
Future perf.
zal misgeschoten hebben
I will have done
zal misgeschoten hebben
you will have done
zal misgeschoten hebben
he/she/it will have done
zullen misgeschoten hebben
we will have done
zullen misgeschoten hebben
you all will have done
zullen misgeschoten hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou misgeschoten hebben
I would have done
zou misgeschoten hebben
you would have done
zou misgeschoten hebben
he/she/it would have done
zouden misgeschoten hebben
we would have done
zouden misgeschoten hebben
you all would have done
zouden misgeschoten hebben
they would have done
Present bijzin tense
misschiet
I do
misschiet
you do
misschiet
he/she/it does
misschieten
we do
misschieten
you all do
misschieten
they do
Past bijzin tense
misschoot
I did
misschoot
you did
misschoot
he/she/it did
misschoten
we did
misschoten
you all did
misschoten
they did
Future bijzin tense
zal misschieten
I will do
zult misschieten
you will do
zal misschieten
he/she/it will do
zullen misschieten
we will do
zullen misschieten
you all will do
zullen misschieten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou misschieten
I would do
zou misschieten
you would do
zou misschieten
he/she/it would do
zouden misschieten
we would do
zouden misschieten
you all would do
zouden misschieten
they would do
Subjunctive bijzin mood
misschiete
I do
misschiete
you do
misschiete
he/she/it do
misschiete
we do
misschiete
you all do
misschiete
they do
Du
Ihr
Imperative mood
schiet mis
do
schiet mis
do

Examples of misschieten

Example in DutchTranslation in English
Niet misschieten.Let him do it.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

losschieten
come off

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

mieren
do
mimen
mime
misdragen
misbehave
misdrijven
crime
misleiden
mislead
misrekenen
miscalculate
missen
miss
modereren
figure drawing
moederen
mother
moireren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?