Misnoegen (to do) conjugation

Dutch
4 examples

Conjugation of misnoegen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
misnoeg
I do
misnoegt
you do
misnoegt
he/she/it does
misnoegen
we do
misnoegen
you all do
misnoegen
they do
Present perfect tense
ben misnoegd
I have done
bent misnoegd
you have done
is misnoegd
he/she/it has done
zijn misnoegd
we have done
zijn misnoegd
you all have done
zijn misnoegd
they have done
Past tense
misnoegde
I did
misnoegde
you did
misnoegde
he/she/it did
misnoegden
we did
misnoegden
you all did
misnoegden
they did
Future tense
zal misnoegen
I will do
zult misnoegen
you will do
zal misnoegen
he/she/it will do
zullen misnoegen
we will do
zullen misnoegen
you all will do
zullen misnoegen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou misnoegen
I would do
zou misnoegen
you would do
zou misnoegen
he/she/it would do
zouden misnoegen
we would do
zouden misnoegen
you all would do
zouden misnoegen
they would do
Subjunctive mood
misnoege
I do
misnoege
you do
misnoege
he/she/it do
misnoege
we do
misnoege
you all do
misnoege
they do
Past perfect tense
was misnoegd
I had done
was misnoegd
you had done
was misnoegd
he/she/it had done
waren misnoegd
we had done
waren misnoegd
you all had done
waren misnoegd
they had done
Future perf.
zal misnoegd zijn
I will have done
zal misnoegd zijn
you will have done
zal misnoegd zijn
he/she/it will have done
zullen misnoegd zijn
we will have done
zullen misnoegd zijn
you all will have done
zullen misnoegd zijn
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou misnoegd zijn
I would have done
zou misnoegd zijn
you would have done
zou misnoegd zijn
he/she/it would have done
zouden misnoegd zijn
we would have done
zouden misnoegd zijn
you all would have done
zouden misnoegd zijn
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
misnoeg
do
misnoegt
do

Examples of misnoegen

Example in DutchTranslation in English
Georgina, aan wat heb ik het misnoegen te danken?Hello, Georgina. To what do I owe the displeasure?
Hoe heb ik haar misnoegen gewekt?What have I done to put her off?
Hoe maak ik mijn misnoegen kenbaar over iets dat is gebeurd, monsieur le...How do I express my displeasure with something that has transpired, - monsieur le... - You may speak it to me.
Je moet natuurlijk doen wat gedaan moet worden, maar... ik kan je verzekeren dat er heel wat misnoegd zullen zijn.You must do what needs to be done, of course, but... I think I can safely say a great many noses will be out of joint.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?