Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Misgelden (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
misgeld
misgeldt
misgeldt
misgelden
misgelden
misgelden
Present perfect tense
heb misgolden
hebt misgolden
heeft misgolden
hebben misgolden
hebben misgolden
hebben misgolden
Past tense
misgold
misgold
misgold
misgolden
misgolden
misgolden
Future tense
zal misgelden
zult misgelden
zal misgelden
zullen misgelden
zullen misgelden
zullen misgelden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou misgelden
zou misgelden
zou misgelden
zouden misgelden
zouden misgelden
zouden misgelden
Subjunctive mood
misgelde
misgelde
misgelde
misgelde
misgelde
misgelde
Past perfect tense
had misgolden
had misgolden
had misgolden
hadden misgolden
hadden misgolden
hadden misgolden
Future perf.
zal misgolden hebben
zal misgolden hebben
zal misgolden hebben
zullen misgolden hebben
zullen misgolden hebben
zullen misgolden hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou misgolden hebben
zou misgolden hebben
zou misgolden hebben
zouden misgolden hebben
zouden misgolden hebben
zouden misgolden hebben
Du
Ihr
Imperative mood
misgeld
misgeldt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

meieren
do
menageren
do
meren
fasten
metamorfoseren
metamorphose
mijten
do
misgaan
go awry
misgokken
do
miskennen
ignore
mistekenen
fog maintained
mistrouwen
distrust

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.