Middagmalen (to do) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of middagmalen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
middagmaal
I do
middagmaalt
you do
middagmaalt
he/she/it does
middagmalen
we do
middagmalen
you all do
middagmalen
they do
Present perfect tense
heb gemiddagmaald
I have done
hebt gemiddagmaald
you have done
heeft gemiddagmaald
he/she/it has done
hebben gemiddagmaald
we have done
hebben gemiddagmaald
you all have done
hebben gemiddagmaald
they have done
Past tense
middagmaalde
I did
middagmaalde
you did
middagmaalde
he/she/it did
middagmaalden
we did
middagmaalden
you all did
middagmaalden
they did
Future tense
zal middagmalen
I will do
zult middagmalen
you will do
zal middagmalen
he/she/it will do
zullen middagmalen
we will do
zullen middagmalen
you all will do
zullen middagmalen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou middagmalen
I would do
zou middagmalen
you would do
zou middagmalen
he/she/it would do
zouden middagmalen
we would do
zouden middagmalen
you all would do
zouden middagmalen
they would do
Subjunctive mood
middagmale
I do
middagmale
you do
middagmale
he/she/it do
middagmale
we do
middagmale
you all do
middagmale
they do
Past perfect tense
had gemiddagmaald
I had done
had gemiddagmaald
you had done
had gemiddagmaald
he/she/it had done
hadden gemiddagmaald
we had done
hadden gemiddagmaald
you all had done
hadden gemiddagmaald
they had done
Future perf.
zal gemiddagmaald hebben
I will have done
zal gemiddagmaald hebben
you will have done
zal gemiddagmaald hebben
he/she/it will have done
zullen gemiddagmaald hebben
we will have done
zullen gemiddagmaald hebben
you all will have done
zullen gemiddagmaald hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gemiddagmaald hebben
I would have done
zou gemiddagmaald hebben
you would have done
zou gemiddagmaald hebben
he/she/it would have done
zouden gemiddagmaald hebben
we would have done
zouden gemiddagmaald hebben
you all would have done
zouden gemiddagmaald hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
middagmaal
do
middagmaalt
do

Examples of middagmalen

Example in DutchTranslation in English
Afgezien van het ontbijt, middagmaal en avondmaal heb je de matigheid vrij goed onder de knie.Apart from breakfast, lunch and dinner, it seems you've got moderation really well nailed down.
Als de menus te laat zijn voor het middagmaal, dat maakt geen verschil, de logés kunnen allemaal naar het beeld komen kijken tot ze klaar zijn, nietwaar?If the menus are late for lunch, it doesn't matter, the guests can all come and look at the picture till they are ready, right?
Als je die puppy's niet voor mij vind, word je het middagmaal voor de tijger.If you don't find me those puppies, you will find yourselves being the tiger's lunch.
Ik weet het niet, wanneer is het middagmaal?I don't know, when is lunchtime?
Moira, waarom bereid je deze niet voor Mrs Harmon haar middagmaal?Moira, why don't you sauté these for Mrs. Harmon's lunch?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

meepraten
join in the conversation
meestemmen
vote
mendelen
do
meppen
smack
microfilmen
microfilm
middelen
do
mijnen
do
misdoen
offend
miskomen
do
mislopen
miss

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?