Meesmuilen (to smirk) conjugation

Dutch

Conjugation of meesmuilen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
meesmuil
I smirk
meesmuilt
you smirk
meesmuilt
he/she/it smirks
meesmuilen
we smirk
meesmuilen
you all smirk
meesmuilen
they smirk
Present perfect tense
heb gemeesmuild
I have smirked
hebt gemeesmuild
you have smirked
heeft gemeesmuild
he/she/it has smirked
hebben gemeesmuild
we have smirked
hebben gemeesmuild
you all have smirked
hebben gemeesmuild
they have smirked
Past tense
meesmuilde
I smirked
meesmuilde
you smirked
meesmuilde
he/she/it smirked
meesmuilden
we smirked
meesmuilden
you all smirked
meesmuilden
they smirked
Future tense
zal meesmuilen
I will smirk
zult meesmuilen
you will smirk
zal meesmuilen
he/she/it will smirk
zullen meesmuilen
we will smirk
zullen meesmuilen
you all will smirk
zullen meesmuilen
they will smirk
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou meesmuilen
I would smirk
zou meesmuilen
you would smirk
zou meesmuilen
he/she/it would smirk
zouden meesmuilen
we would smirk
zouden meesmuilen
you all would smirk
zouden meesmuilen
they would smirk
Subjunctive mood
meesmuile
I smirk
meesmuile
you smirk
meesmuile
he/she/it smirk
meesmuile
we smirk
meesmuile
you all smirk
meesmuile
they smirk
Past perfect tense
had gemeesmuild
I had smirked
had gemeesmuild
you had smirked
had gemeesmuild
he/she/it had smirked
hadden gemeesmuild
we had smirked
hadden gemeesmuild
you all had smirked
hadden gemeesmuild
they had smirked
Future perf.
zal gemeesmuild hebben
I will have smirked
zal gemeesmuild hebben
you will have smirked
zal gemeesmuild hebben
he/she/it will have smirked
zullen gemeesmuild hebben
we will have smirked
zullen gemeesmuild hebben
you all will have smirked
zullen gemeesmuild hebben
they will have smirked
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gemeesmuild hebben
I would have smirked
zou gemeesmuild hebben
you would have smirked
zou gemeesmuild hebben
he/she/it would have smirked
zouden gemeesmuild hebben
we would have smirked
zouden gemeesmuild hebben
you all would have smirked
zouden gemeesmuild hebben
they would have smirked
Du
Ihr
Imperative mood
meesmuil
smirk
meesmuilt
smirk

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

medeondertekenen
countersign
meedeinen
sway
meedenken
help think
meedrinken
do
meepikken
do
meesleuren
do
meespelen
play
melden
report
mendelen
do
mengen
mix

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'smirk':

None found.
Learning languages?