Meesjouwen (to do) conjugation

Dutch
8 examples

Conjugation of meesjouwen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
sjouw mee
I do
sjouwt mee
you do
sjouwt mee
he/she/it does
sjouwen mee
we do
sjouwen mee
you all do
sjouwen mee
they do
Present perfect tense
heb meegesjouwd
I have done
hebt meegesjouwd
you have done
heeft meegesjouwd
he/she/it has done
hebben meegesjouwd
we have done
hebben meegesjouwd
you all have done
hebben meegesjouwd
they have done
Past tense
sjouwde mee
I did
sjouwde mee
you did
sjouwde mee
he/she/it did
sjouwden mee
we did
sjouwden mee
you all did
sjouwden mee
they did
Future tense
zal meesjouwen
I will do
zult meesjouwen
you will do
zal meesjouwen
he/she/it will do
zullen meesjouwen
we will do
zullen meesjouwen
you all will do
zullen meesjouwen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou meesjouwen
I would do
zou meesjouwen
you would do
zou meesjouwen
he/she/it would do
zouden meesjouwen
we would do
zouden meesjouwen
you all would do
zouden meesjouwen
they would do
Subjunctive mood
sjouwe mee
I do
sjouwe mee
you do
sjouwe mee
he/she/it do
sjouwe mee
we do
sjouwe mee
you all do
sjouwe mee
they do
Past perfect tense
had meegesjouwd
I had done
had meegesjouwd
you had done
had meegesjouwd
he/she/it had done
hadden meegesjouwd
we had done
hadden meegesjouwd
you all had done
hadden meegesjouwd
they had done
Future perf.
zal meegesjouwd hebben
I will have done
zal meegesjouwd hebben
you will have done
zal meegesjouwd hebben
he/she/it will have done
zullen meegesjouwd hebben
we will have done
zullen meegesjouwd hebben
you all will have done
zullen meegesjouwd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou meegesjouwd hebben
I would have done
zou meegesjouwd hebben
you would have done
zou meegesjouwd hebben
he/she/it would have done
zouden meegesjouwd hebben
we would have done
zouden meegesjouwd hebben
you all would have done
zouden meegesjouwd hebben
they would have done
Present bijzin tense
meesjouw
I do
meesjouwt
you do
meesjouwt
he/she/it does
meesjouwen
we do
meesjouwen
you all do
meesjouwen
they do
Past bijzin tense
meesjouwde
I did
meesjouwde
you did
meesjouwde
he/she/it did
meesjouwden
we did
meesjouwden
you all did
meesjouwden
they did
Future bijzin tense
zal meesjouwen
I will do
zult meesjouwen
you will do
zal meesjouwen
he/she/it will do
zullen meesjouwen
we will do
zullen meesjouwen
you all will do
zullen meesjouwen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou meesjouwen
I would do
zou meesjouwen
you would do
zou meesjouwen
he/she/it would do
zouden meesjouwen
we would do
zouden meesjouwen
you all would do
zouden meesjouwen
they would do
Subjunctive bijzin mood
meesjouwe
I do
meesjouwe
you do
meesjouwe
he/she/it do
meesjouwe
we do
meesjouwe
you all do
meesjouwe
they do
Du
Ihr
Imperative mood
sjouw m
do
sjouwt
do

Examples of meesjouwen

Example in DutchTranslation in English
En ik moet 100 kilometer met je meesjouwen ?Askin' me to go 60 miles with you and you don't even know!
Hij is zwaar. Ik wil hem niet de hele dag meesjouwen.Oh, Dad, this thing's pretty heavy, and I don't want to carry it around all day.
Ik loop met Hannah mee en ik wil hem niet meesjouwen. Ben jij Ariel?I'm walking home with Hannah, and I don't want to have to carry it.
Dus ze sjouwt er voor niks mee.So she hauls them down there for nothing.
Groetjes aan de andere dokkers als je morgen weer dozen sjouwt.Say hi to the other dockers when you'r back lifting boxes tomorrow morning.
Hij sjouwt niet met een revolver.He does not carry.
Ik wil niet dat hij denkt hij getrouwd is met iemand die veel bagage mee sjouwt.I don't want him to think he married some woman with a bunch of junk in the trunk.
Nu, ik weet het niet. Ik heb het gevoel dat iedereen denkt dat ik alleen deze glimmende object ben, die jou mee sjouwt.Now, I don't know, I... feel like everyone thinks I'm just this shiny object honey... you lug around.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

loshaken
unhook
mededelen
do
meekomen
come
meelezen
read along
meenemen
witness
meeroken
do
meeslepen
carry away
meezingen
sing along
meezitten
do
melken
milk

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?