Massificeren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of massificeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
massificeer
I do
massificeert
you do
massificeert
he/she/it does
massificeren
we do
massificeren
you all do
massificeren
they do
Present perfect tense
heb gemassificeerd
I have done
hebt gemassificeerd
you have done
heeft gemassificeerd
he/she/it has done
hebben gemassificeerd
we have done
hebben gemassificeerd
you all have done
hebben gemassificeerd
they have done
Past tense
massificeerde
I did
massificeerde
you did
massificeerde
he/she/it did
massificeerden
we did
massificeerden
you all did
massificeerden
they did
Future tense
zal massificeren
I will do
zult massificeren
you will do
zal massificeren
he/she/it will do
zullen massificeren
we will do
zullen massificeren
you all will do
zullen massificeren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou massificeren
I would do
zou massificeren
you would do
zou massificeren
he/she/it would do
zouden massificeren
we would do
zouden massificeren
you all would do
zouden massificeren
they would do
Subjunctive mood
massificere
I do
massificere
you do
massificere
he/she/it do
massificere
we do
massificere
you all do
massificere
they do
Past perfect tense
had gemassificeerd
I had done
had gemassificeerd
you had done
had gemassificeerd
he/she/it had done
hadden gemassificeerd
we had done
hadden gemassificeerd
you all had done
hadden gemassificeerd
they had done
Future perf.
zal gemassificeerd hebben
I will have done
zal gemassificeerd hebben
you will have done
zal gemassificeerd hebben
he/she/it will have done
zullen gemassificeerd hebben
we will have done
zullen gemassificeerd hebben
you all will have done
zullen gemassificeerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gemassificeerd hebben
I would have done
zou gemassificeerd hebben
you would have done
zou gemassificeerd hebben
he/she/it would have done
zouden gemassificeerd hebben
we would have done
zouden gemassificeerd hebben
you all would have done
zouden gemassificeerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
massificeer
do
massificeert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

russificeren
russify

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?