Marineren (to marinate) conjugation

Dutch
20 examples

Conjugation of marineren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
marineer
I marinate
marineert
you marinate
marineert
he/she/it marinates
marineren
we marinate
marineren
you all marinate
marineren
they marinate
Present perfect tense
heb gemarineerd
I have marinated
hebt gemarineerd
you have marinated
heeft gemarineerd
he/she/it has marinated
hebben gemarineerd
we have marinated
hebben gemarineerd
you all have marinated
hebben gemarineerd
they have marinated
Past tense
marineerde
I marinated
marineerde
you marinated
marineerde
he/she/it marinated
marineerden
we marinated
marineerden
you all marinated
marineerden
they marinated
Future tense
zal marineren
I will marinate
zult marineren
you will marinate
zal marineren
he/she/it will marinate
zullen marineren
we will marinate
zullen marineren
you all will marinate
zullen marineren
they will marinate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou marineren
I would marinate
zou marineren
you would marinate
zou marineren
he/she/it would marinate
zouden marineren
we would marinate
zouden marineren
you all would marinate
zouden marineren
they would marinate
Subjunctive mood
marinere
I marinate
marinere
you marinate
marinere
he/she/it marinate
marinere
we marinate
marinere
you all marinate
marinere
they marinate
Past perfect tense
had gemarineerd
I had marinated
had gemarineerd
you had marinated
had gemarineerd
he/she/it had marinated
hadden gemarineerd
we had marinated
hadden gemarineerd
you all had marinated
hadden gemarineerd
they had marinated
Future perf.
zal gemarineerd hebben
I will have marinated
zal gemarineerd hebben
you will have marinated
zal gemarineerd hebben
he/she/it will have marinated
zullen gemarineerd hebben
we will have marinated
zullen gemarineerd hebben
you all will have marinated
zullen gemarineerd hebben
they will have marinated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gemarineerd hebben
I would have marinated
zou gemarineerd hebben
you would have marinated
zou gemarineerd hebben
he/she/it would have marinated
zouden gemarineerd hebben
we would have marinated
zouden gemarineerd hebben
you all would have marinated
zouden gemarineerd hebben
they would have marinated
Du
Ihr
Imperative mood
marineer
marinate
marineert
marinate

Examples of marineren

Example in DutchTranslation in English
'Dat klopt, we marineren in tabascy.'"That's right, we marinate in tabascy."
Alles laten marineren onder een zachte stroom aardgas.And all left to marinate under a soft flow of natural gas.
Als ze nog een paar jaar kan rijpen, doe ik er wat barbecuesaus op... en dan kan ze marineren. Snap je?Couple more years of seasoning, you know, put a little barbecue sauce on her let her marinate, you know what I mean?
Amateurs marineren.Amateurs marinate.
Beenmerg aftappen, en marineren in een antibioticum naar keuze.After the surgery, you harvest the marrow, marinate it in the targeted antibiotic, simmer and serve. - It could work.
Bij Piri Piri marineer je de hele kip. Je hebt geen mes nodig.Piri Piri, you marinate the whole chicken, which is why you don't need a knife.
Dan marineer ik je, leg je onder de grill, en eet je als diner, tot ziens!I'll marinate you, grill you and eat your ass for supper. Goodbye!
En marineer de kip.And marinate the chicken. -Yes.
Ik bedoel, als je dieren gaat doden om ze te eten, marineer ze dan tenminste zoals het hoort.I mean, if you're gonna kill animals for food, at least marinate them properly.
Ik denk dat ik wel tijd heb om zalm te maken als ik het vanmiddag marineer tussen de patiënten door.I guess I'd have time to make salmon if I marinate it this afternoon between patients.
Als je die op juiste manier marineert, smaakt het net als...If you marinate it the right way, it tastes just like...
Dat iemand die zelfmoord gaat plegen eerst nog een steak marineert.No, that a man who was ready to kill himself would take the time to marinate a steak for a future meal?
Het is net alsof je me marineert.I feel like I'm being marinated.
Hij marineert het vlees een halve dag in een saus van citroenwijn... en dan smoort hij het met suiker.He marinates it for half a day in a lemon-wine sauce and he braises it with sugar.
Hoe langer je het marineert des te zachter wordt het.The longer you marinate it, the more tender it becomes.
- En tenslotte... varkensvlees met bieslook, ontbeend en gemarineerd in rode wijn.And finally civet of wild boar marinated in red wine and blood pressed from the carcass.
Als entree Fazanttong, gemarineerd in wijn.For an entre, pheasant tongues marinated in vin de sauternes.
Binghamton is eveneens de geboorteplaats van de Spiedie, een sandwich bestaande uit blokjes gemarineerd rundvlees, kip, of varken gegrild boven een houtvuur.Binghamton is also the birthplace of the Spiedie, a sandwich consisting of cubes of marinated beef, chicken, or pork grilled over a charcoal pit.
De kip is gemarineerd en gereed om in de oven te gaan.- Hey. The chicken is marinated and ready to go on the grill.
De kip is gemarineerd in meer dan 20 kruiden en langzaam gaar gesmoord in zoet vers cocossap.The chicken is marinated in over 20 herbs and spices, and cooked slowly in sweet fresh coconut juice.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

marcheren
march
maroderen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

lauweren
do
luiden
ring
lumbecken
do
lusten
do
luwen
subside
marginaliseren
marginalize
markeren
mark
masten
mast
medewerken
cooperate
meedeinen
sway

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'marinate':

None found.
Learning languages?