Liefhebberen (to dabble) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of liefhebberen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
liefhebber
I dabble
liefhebbert
you dabble
liefhebbert
he/she/it dabbles
liefhebberen
we dabble
liefhebberen
you all dabble
liefhebberen
they dabble
Present perfect tense
heb geliefhebberd
I have dabbled
hebt geliefhebberd
you have dabbled
heeft geliefhebberd
he/she/it has dabbled
hebben geliefhebberd
we have dabbled
hebben geliefhebberd
you all have dabbled
hebben geliefhebberd
they have dabbled
Past tense
liefhebberde
I dabbled
liefhebberde
you dabbled
liefhebberde
he/she/it dabbled
liefhebberden
we dabbled
liefhebberden
you all dabbled
liefhebberden
they dabbled
Future tense
zal liefhebberen
I will dabble
zult liefhebberen
you will dabble
zal liefhebberen
he/she/it will dabble
zullen liefhebberen
we will dabble
zullen liefhebberen
you all will dabble
zullen liefhebberen
they will dabble
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou liefhebberen
I would dabble
zou liefhebberen
you would dabble
zou liefhebberen
he/she/it would dabble
zouden liefhebberen
we would dabble
zouden liefhebberen
you all would dabble
zouden liefhebberen
they would dabble
Subjunctive mood
liefhebbere
I dabble
liefhebbere
you dabble
liefhebbere
he/she/it dabble
liefhebbere
we dabble
liefhebbere
you all dabble
liefhebbere
they dabble
Past perfect tense
had geliefhebberd
I had dabbled
had geliefhebberd
you had dabbled
had geliefhebberd
he/she/it had dabbled
hadden geliefhebberd
we had dabbled
hadden geliefhebberd
you all had dabbled
hadden geliefhebberd
they had dabbled
Future perf.
zal geliefhebberd hebben
I will have dabbled
zal geliefhebberd hebben
you will have dabbled
zal geliefhebberd hebben
he/she/it will have dabbled
zullen geliefhebberd hebben
we will have dabbled
zullen geliefhebberd hebben
you all will have dabbled
zullen geliefhebberd hebben
they will have dabbled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geliefhebberd hebben
I would have dabbled
zou geliefhebberd hebben
you would have dabbled
zou geliefhebberd hebben
he/she/it would have dabbled
zouden geliefhebberd hebben
we would have dabbled
zouden geliefhebberd hebben
you all would have dabbled
zouden geliefhebberd hebben
they would have dabbled
Du
Ihr
Imperative mood
liefhebber
dabble
liefhebbert
dabble

Examples of liefhebberen

Example in DutchTranslation in English
- Ik ben een liefhebber.- I dabble a bit.
Ach, ik liefhebber zo'n beetje.Oh, I er...you know, I dabble.
Behalve een schouwarts te zijn, liefhebber ik in antiek.In addition to being a medical examiner, I dabble in antiques.
Dat ben ik, een liefhebber.Absolutely. That's me. I'm a dabbler.
Buffy zei dat je erin liefhebbert.Buffy told me you dabble.
Hij liefhebbert ook in magie.He also dabbles in magic.
Je liefhebbert niet in dingen.You don't dabble in things.
Ik heb een doctoraat in botanie en eentje in microbiologie en ik heb wat geliefhebberd in entomologie als graduaatstudent.Oh, I have a doctorate in botany, and one in microbiology, and I dabbled a bit in entomology as an undergrad. That's how I got this part.
Weet je, Ik heb geliefhebberd in juvenile fiction mezelf.You know, I've dabbled in juvenile fiction myself.
Ze stal gif van 'n buur die met kruiden liefhebberde. Ze zei achteraf dat ze zelfmoord wou plegen.She stole some poison to the neighbor who dabbled in herbs and alike, and hid it in a scent bottle, and when the police found it in her room, she claimed she intended to kill herself.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

lanterfanten
lallygag
laseren
laser
legen
empty
leggen
put
lepperen
do
leuren
peddle
liefhebben
love
liefkozen
caress
loeren
pry
loochenen
deny

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'dabble':

None found.
Learning languages?