Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Leeggooien (to empty) conjugation

Dutch
4 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
gooi leeg
gooit leeg
gooit leeg
gooien leeg
gooien leeg
gooien leeg
Present perfect tense
heb leeggegooid
hebt leeggegooid
heeft leeggegooid
hebben leeggegooid
hebben leeggegooid
hebben leeggegooid
Past tense
gooide leeg
gooide leeg
gooide leeg
gooiden leeg
gooiden leeg
gooiden leeg
Future tense
zal leeggooien
zult leeggooien
zal leeggooien
zullen leeggooien
zullen leeggooien
zullen leeggooien
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou leeggooien
zou leeggooien
zou leeggooien
zouden leeggooien
zouden leeggooien
zouden leeggooien
Subjunctive mood
gooie leeg
gooie leeg
gooie leeg
gooie leeg
gooie leeg
gooie leeg
Past perfect tense
had leeggegooid
had leeggegooid
had leeggegooid
hadden leeggegooid
hadden leeggegooid
hadden leeggegooid
Future perf.
zal leeggegooid hebben
zal leeggegooid hebben
zal leeggegooid hebben
zullen leeggegooid hebben
zullen leeggegooid hebben
zullen leeggegooid hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou leeggegooid hebben
zou leeggegooid hebben
zou leeggegooid hebben
zouden leeggegooid hebben
zouden leeggegooid hebben
zouden leeggegooid hebben
Present bijzin tense
leeggooi
leeggooit
leeggooit
leeggooien
leeggooien
leeggooien
Past bijzin tense
leeggooide
leeggooide
leeggooide
leeggooiden
leeggooiden
leeggooiden
Future bijzin tense
zal leeggooien
zult leeggooien
zal leeggooien
zullen leeggooien
zullen leeggooien
zullen leeggooien
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou leeggooien
zou leeggooien
zou leeggooien
zouden leeggooien
zouden leeggooien
zouden leeggooien
Subjunctive bijzin mood
leeggooie
leeggooie
leeggooie
leeggooie
leeggooie
leeggooie
Du
Ihr
Imperative mood
gooi leeg
gooit leeg

Examples of leeggooien

Example in DutchTranslation in English
Ik ga deze emmer leeggooien.I'm gonna go empty this bucket.
M'n bed verschonen, m'n was doen. De vloer schrobben, m'n po leeggooien, m'n haar borstelen.Change my linens, wash my clothing, scrub the floor, empty my chamber pot, brush my hair.
Paul, iemand heeft een prullenbak op je hoofd leeggegooid."Oh, Paul, someone's emptied a bin on your head.
Terwijl ik stond te praten, heeft mijn nieuws team hun tanks op jullie voeten leeggegooid.Now here's the thing. While I've been talking, my news team has emptied their gas tanks at your feet.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

knopen
tie
kwijten
do
kwiteren
acknowledge a
lanteren
do
lapzalven
do
lay-outen
lay out
leasen
lease
leeggieten
outpour
leeghalen
empty
lengen
lengthen

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'empty':

None found.