Kwadrateren (to quadrate) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of kwadrateren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kwadrateer
I quadrate
kwadrateert
you quadrate
kwadrateert
he/she/it quadrates
kwadrateren
we quadrate
kwadrateren
you all quadrate
kwadrateren
they quadrate
Present perfect tense
heb gekwadrateerd
I have quadrated
hebt gekwadrateerd
you have quadrated
heeft gekwadrateerd
he/she/it has quadrated
hebben gekwadrateerd
we have quadrated
hebben gekwadrateerd
you all have quadrated
hebben gekwadrateerd
they have quadrated
Past tense
kwadrateerde
I quadrated
kwadrateerde
you quadrated
kwadrateerde
he/she/it quadrated
kwadrateerden
we quadrated
kwadrateerden
you all quadrated
kwadrateerden
they quadrated
Future tense
zal kwadrateren
I will quadrate
zult kwadrateren
you will quadrate
zal kwadrateren
he/she/it will quadrate
zullen kwadrateren
we will quadrate
zullen kwadrateren
you all will quadrate
zullen kwadrateren
they will quadrate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kwadrateren
I would quadrate
zou kwadrateren
you would quadrate
zou kwadrateren
he/she/it would quadrate
zouden kwadrateren
we would quadrate
zouden kwadrateren
you all would quadrate
zouden kwadrateren
they would quadrate
Subjunctive mood
kwadratere
I quadrate
kwadratere
you quadrate
kwadratere
he/she/it quadrate
kwadratere
we quadrate
kwadratere
you all quadrate
kwadratere
they quadrate
Past perfect tense
had gekwadrateerd
I had quadrated
had gekwadrateerd
you had quadrated
had gekwadrateerd
he/she/it had quadrated
hadden gekwadrateerd
we had quadrated
hadden gekwadrateerd
you all had quadrated
hadden gekwadrateerd
they had quadrated
Future perf.
zal gekwadrateerd hebben
I will have quadrated
zal gekwadrateerd hebben
you will have quadrated
zal gekwadrateerd hebben
he/she/it will have quadrated
zullen gekwadrateerd hebben
we will have quadrated
zullen gekwadrateerd hebben
you all will have quadrated
zullen gekwadrateerd hebben
they will have quadrated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekwadrateerd hebben
I would have quadrated
zou gekwadrateerd hebben
you would have quadrated
zou gekwadrateerd hebben
he/she/it would have quadrated
zouden gekwadrateerd hebben
we would have quadrated
zouden gekwadrateerd hebben
you all would have quadrated
zouden gekwadrateerd hebben
they would have quadrated
Du
Ihr
Imperative mood
kwadrateer
quadrate
kwadrateert
quadrate

Examples of kwadrateren

Example in DutchTranslation in English
Vectorhoeken gekwadrateerd.I have quadrated my vector angles.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

kondschappen
do
kouvatten
catch a cold
kozen
do
krozen
do
kruipen
crawl
kuipen
do
kwaadspreken
slander
kwadreren
do
labelen
do
lamelleren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'quadrate':

None found.
Learning languages?