Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Kouvatten (to catch a cold) conjugation

Dutch
9 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vat kou
vat kou
vat kou
vatten kou
vatten kou
vatten kou
Present perfect tense
heb kougevat
hebt kougevat
heeft kougevat
hebben kougevat
hebben kougevat
hebben kougevat
Past tense
vatte kou
vatte kou
vatte kou
vatten kou
vatten kou
vatten kou
Future tense
zal kouvatten
zult kouvatten
zal kouvatten
zullen kouvatten
zullen kouvatten
zullen kouvatten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kouvatten
zou kouvatten
zou kouvatten
zouden kouvatten
zouden kouvatten
zouden kouvatten
Subjunctive mood
vatte kou
vatte kou
vatte kou
vatte kou
vatte kou
vatte kou
Past perfect tense
had kougevat
had kougevat
had kougevat
hadden kougevat
hadden kougevat
hadden kougevat
Future perf.
zal kougevat hebben
zal kougevat hebben
zal kougevat hebben
zullen kougevat hebben
zullen kougevat hebben
zullen kougevat hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou kougevat hebben
zou kougevat hebben
zou kougevat hebben
zouden kougevat hebben
zouden kougevat hebben
zouden kougevat hebben
Present bijzin tense
kouvat
kouvat
kouvat
kouvatten
kouvatten
kouvatten
Past bijzin tense
kouvatte
kouvatte
kouvatte
kouvatten
kouvatten
kouvatten
Future bijzin tense
zal kouvatten
zult kouvatten
zal kouvatten
zullen kouvatten
zullen kouvatten
zullen kouvatten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou kouvatten
zou kouvatten
zou kouvatten
zouden kouvatten
zouden kouvatten
zouden kouvatten
Subjunctive bijzin mood
kouvatte
kouvatte
kouvatte
kouvatte
kouvatte
kouvatte
Du
Ihr
Imperative mood
vat kou
vat k

Examples of kouvatten

Example in DutchTranslation in English
Ik vat kou zo.I will catch a cold.
Je vat kou.lt`s cold, you`ll catch a cold.
Kijk, als je op een eiland leeft, en je vat kou, heeft iedereen die kou..See, when you live on an island you catch a cold, it's everybody's cold.
Trek iets droogs aan. Je vat kou.Change your clothes before you catch a cold
Ik heb kougevat.I caught a cold last night.
Ik heb vast kougevat in de trein.I must have caught a cold on the train.
Ga maar naar papa, binnen, voor je kouvat.Go in before you catch a cold.
Ik wil niet dat je kouvat.I don't want you to catch a cold.
Zodat je geen kouvat.I don't want you to catch a cold.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'catch a cold':

None found.