Koprollen (to do) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of koprollen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
koprol
I do
koprolt
you do
koprolt
he/she/it does
koprollen
we do
koprollen
you all do
koprollen
they do
Present perfect tense
heb gekoprold
I have done
hebt gekoprold
you have done
heeft gekoprold
he/she/it has done
hebben gekoprold
we have done
hebben gekoprold
you all have done
hebben gekoprold
they have done
Past tense
koprolde
I did
koprolde
you did
koprolde
he/she/it did
koprolden
we did
koprolden
you all did
koprolden
they did
Future tense
zal koprollen
I will do
zult koprollen
you will do
zal koprollen
he/she/it will do
zullen koprollen
we will do
zullen koprollen
you all will do
zullen koprollen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou koprollen
I would do
zou koprollen
you would do
zou koprollen
he/she/it would do
zouden koprollen
we would do
zouden koprollen
you all would do
zouden koprollen
they would do
Subjunctive mood
koprolle
I do
koprolle
you do
koprolle
he/she/it do
koprolle
we do
koprolle
you all do
koprolle
they do
Past perfect tense
had gekoprold
I had done
had gekoprold
you had done
had gekoprold
he/she/it had done
hadden gekoprold
we had done
hadden gekoprold
you all had done
hadden gekoprold
they had done
Future perf.
zal gekoprold hebben
I will have done
zal gekoprold hebben
you will have done
zal gekoprold hebben
he/she/it will have done
zullen gekoprold hebben
we will have done
zullen gekoprold hebben
you all will have done
zullen gekoprold hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekoprold hebben
I would have done
zou gekoprold hebben
you would have done
zou gekoprold hebben
he/she/it would have done
zouden gekoprold hebben
we would have done
zouden gekoprold hebben
you all would have done
zouden gekoprold hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
koprol
do
koprolt
do

Examples of koprollen

Example in DutchTranslation in English
- maakt kleine koprollen.- do little somersaults.
Ik maak allemaal koprollen voor jou.You know the somersaults I'm doing 'cause you're so touchy?
Geen koprol, Hondo?No roll, Hondo?
Ik heb geleerd hoe je een koprol doet.I learned how to do a somersault.
Ik kan een koprol.I can do a cartWheel.
Ze maakt altijd eerst stiekem een koprol.Before she eats, she somersaults and don't want no one to see.
-Dan kwam ik nu koprollend naar buiten.I've told you. When I get lucky, I'll come out of there doing a victory roll!

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?